woensdag 27 maart 2013

Twee studenten bekenden net dat ze met moeite het 'wablief' zeggen afgeleerd hadden. Het zijn jongemannen. Ze afteren veel, ze hebben een harde 'g' en zeggen dus geen wablief meer.
Heel soms sluipt er nog een verkeerd langsgebruik in hun verhaal. Maar dat is alles waar je het aan zou kunnen merken. Dat ze daar vandaan komen.
Ik zei niets natuurlijk.
Wij zeiden ook geen wablief. Ik woonde in het Noordelijke puntje van die provincie en daar zeiden ze 'wà'.  Wel woonden we langs boer Koenen in plaats van ernaast. Ik dacht vroeger altijd dat hij Boekoenen heette.
Zijn boerderij is nu vervallen, de verf is afgebladderd, het cement is uit de voegen. Sinds een paar jaar staat het te koop. Boer Koenen ging naar het bejaardentehuis en is inmiddels al honderddrie. Verreweg de oudste man uit de streek.
Eén keer in de week ging ik eieren bij hem halen. Eén gulden voor tien eieren als ik het me goed herinner. In de houten la van de deel lag wisselgeld en toffees. Frambozen of caramel. Ik hoopte altijd op caramel. De kippenren die aan de tuin van mijn ouderlijk huis grenst is al heel lang leeg. Het gaas hangt los. Vroeger was het daar een oorverdovend kabaal.

* Afteren = na het stappen nog naar een afterparty gaan.

Geen opmerkingen: