donderdag 23 oktober 2014

Weerzien

Jaren later zie ik haar weer in De Jaren. Op een dinsdagavond. Buiten stortregen en onweer. Ze zit al in de verste uithoek van het Grand Café met een glas wijn. Een andere plek dan jaren geleden. We waren goed bevriend als twintigers, we worden hoe dan ook ouder, maar ik zie er in het halfduister niets van. De tijd valt een paar uur weg. Het gesprek gaat door. We weten dat dit de enige ontmoeting wordt en de laatste voor voorlopig. In een rap tempo bespreken we de dingen, het leven. De draad wordt één dinsdagavond lang opgepakt. De wijn vloeit rijkelijk. Aan het tafeltje naast ons zit een mooie wat oudere man mee te luisteren. Een reiziger die kruidenthee drinkt. Op een gegeven moment houdt hij het voor gezien. Het gaat hem te snel natuurlijk. Vlak voor middernacht, lopen/vluchten we het café uit. Ik heb mijn eerste verhalenbundel gegeven/ in haar maag gesplitst. Ze heeft nog nooit iets van me gelezen. Bij de tramhalte naar centraal station glijd ik uit, zij raapt me op, ik stap in. Zodra de tram wegrijdt, is de betovering verbroken. Er is nog wel een geschaafde knie.

Geen opmerkingen: