dinsdag 2 juni 2015
De beproevingen voor de kikkervis
We houden kikkervisjes in een bak in de tuin. Onze vijfjarige heeft ze meegenomen uit Limburg.
Ze hebben volgens mij een groeiachterstand. Dat komt omdat onze poezen elke dag wel een paar keer hun pootje in het water steken. Ook heeft onze vijfjarige al één van hen geofferd.
Vanuit de kamer zag ik hoe ze razendsnel met haar handje het water inging, er ééntje pakte, en hoe ze het arme ding daarna aan Ronnie voerde. Onze zwarte kater begon er aan te likken. Ze bleef gebiologeerd staan toekijken hoe het kikkervisje, tot de helft, door hem verorberd werd.
'Voer jij nou een kikkervisje aan de poes?' vroeg ik.
Ze huilde dat ze dat niet gedaan had. Echt niet! Hoe kom ik daar nou toch bij? Ze haat me! Alleen de stomste moeder die er bestaat, verzint zoiets. Dat halve kikkervisje is helemaal geen kikkervisje!
Het is geruststellend dat ze hier blijk geeft van iets als een geweten.
'Kikkervisjes keren altijd terug naar waar ze geboren zijn,' zegt man, 'mooi is dat hè?'
Ik denk aan het kleine vijvertje in de tuin van mijn ouders en aan hoe mijn kikkervisjes straks in Godsnaam heelhuids, via snelwegen en diepe wateren, de weg terug daarnaartoe moeten zien te vinden.
En daarom willen onze kikkervisjes dus liever geen pootjes krijgen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten