donderdag 28 mei 2015

Lachen

De cursisten die ik nu lesgeef, hebben autonomie hoog in het vaandel staan, merk ik al vanaf les 1. Toen ik er nog het hardst om kon lachen. Het is nooit verkeerd voor een schrijver om eigenzinnig te zijn. Het is ook grappig dat mensen iets heel anders doen dan de opdracht was. Dat kan iets  goeds opleveren.Soms.
Het valt me op dat er binnen dit clubje, behalve autonomie, ook een sterke hang is naar regels, structuur en controle.
Vandaag mogen ze zelf met een verhaalidee komen.
Een cursist zegt: 'Het moet gaan over iemand die een nieuwe religie bedenkt.'
'Oké,' zeg ik, 'laten we beginnen met de concrete situatie. Wie..'
'Concreet, concreet,' zegt hij, 'jij wil het altijd concreet!'
'Ja,' zeg ik. 'Een nieuwe religie op zichzelf is niet interessant, want..'
'Oké dan zet ik twee personages aan een bar, ze hebben flink gedronken en beginnen een nieuwe religie te bedenken.'
'Is dit dramatisch interessant?' Ik kijk de groep rond. 'Hoe zou je zo'n idee nóg sterker kunnen maken?'
'Hoe weet ik dat jij ons niet gewoon jouw mening over schrijven probeert op te leggen?' vraagt de cursist. 'Hoe weet ik dat?'
Met half dichtgeknepen ogen kijkt hij me aan. Armen over elkaar. Achteroverleunend in zijn stoel. Kauwgom kauwend.
'Stáát er ergens hoe het moet?' vraagt hij.
'Er zijn heel veel handboeken om te leren schrijven geschreven,' zeg ik.
'Ja, geef me de titels maar.'
'Je kunt ze misschien ook zelf opzoeken op internet?'

Geen opmerkingen: