dinsdag 13 oktober 2015

Geloof

We hadden een half uur gesport en dronken nog een kopje thee, twee buurvrouwen en ik. We hadden het over rape-drugs. Onze sportleraar van honderdzes kilo schoof bij ons aan tafel.
‘Jullie gebruiken toch geen drugs?’ zei hij.
‘Natuurlijk niet.’
‘Je moet elke dag van het leven genieten,’ zei hij.
Dat vonden wij ook.
De sportleraar nam een kussentje voor in zijn holle rug en daar kwam het geloof om de hoek kijken. Er volgde een sprookjesachtig verhaal over zijn wonderbaarlijke genezing en oude mensen die als engelen op zijn pad kwamen toen hij het echt niet meer zag zitten. Er kwamen dromen in voor waarin god tot hem sprak. Het was mooi. Ik ben altijd geïmponeerd door mensen die echt in iets geloven. Door hun zelfverzekerde voorkomen. De waarheid die zij wel kennen en ik niet.
Toen de boze geïntroduceerd werd, werd de sfeer allengs beklemmender. De gipsen wand moest dicht omdat de mindfullnesstraining in het belendende zaaltje begon. We bevonden ons in een afgesloten, spierwitte ruimte. Een wachtkamertje voor de hel óf de hemel, leek het. De thee was allang op. De sportleraar begon Engelse spreuken te zeggen. God verloor zijn mildheid een beetje vond ik. Als je je niet aan hem overgaf, waren zijn straffen niet mals.
‘Ik weet wie jullie zijn.’ Eén voor één wees hij ons tenslotte aan. ‘Ik weet wie je bent.’
‘Wat goed,’ zei ik zacht.
‘De volgende keer vertel ik het.’ In één keer schoof hij de muur tussen ons en de rest van de wereld open. Voor hij de nacht in verdween, zei hij nog: ‘er wonen veel meer mensen in jullie. ‘

Geen opmerkingen: