Er is niét gestorven vannacht. Heeft man mij gezegd toen ik 10 minuten later beneden was. Opdat hij en de kleine de lijkjes rustig zouden kunnen bergen. En dat vind ik dan toch ook weer jammer. Ze trappen er niet 2 keer in. Die vieze vuile doortrapte muizen.
Ze mogen van mij niet hier leven noch hier sterven. Een onhoudbare situatie. Ik merk dat ik dingen begin te roepen als: Júllie eruit of ík eruit!
En die óógjes van dat ene muisje. Dagenlang zie ik de oogjes voor me. Als bliksemschichten. De oogjes keken recht bij mij naar binnen. Vooral dat serieuze trof me.
Zo heb ik ook ooit oog in oog met een kip gestaan.
Ze stond stokstijf in haar grote hok toen ik binnenkwam. En keek me ernstig aan. Ik meende verontwaardiging in haar blik te zien. Iets van: dóe dan wat.
Even later pas zag ik de dode vriendin liggen. Bij het gat in het gaas.
Wat kún je doen. Als mens.
donderdag 7 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten