Het was de avond van Gerbrand Bakker en er werden allemaal mooie dingen over hem en zijn werk gezegd. Maar ik bleek naast Dolf Verroen te zitten. De kinderboekenschrijver. Van 'De kat in de gordijnen.'
Een van de eerste boeken die ik zelf las, en ik weet ook nog dat mijn moeder de verhaaltjes aan mij voorlas. Over de vader die uit zijn werk kwam en in zijn broek gepoept had. En over een heel woedend meisje. Het trof mij diep.
'Dolf Verroen, dat is een goede schrijver,' hoor ik mijn moeder nog zeggen. 'Daar mag je wel een boek van.'
Nou, daar zat ik dus naast, gisteravond.
'En wie ben jij?' vroeg Dolf Verroen.
'Elke,' zei ik. Volgens mij hebben we handen geschud. Daarna keek ik voor me.
Er werden odes gebracht aan Gerbrand Bakker. Maar ik bestudeerde de opvallende ring van Dolf Verroen. De stof van zijn zwarte pantalon. Zijn bril. Ik zag mezelf als kind in mijn slaapkamer vol schrootjes en hoe ik 'De kat in de gordijnen' spelde. Kinderboekenschrijvers waren mijn helden. Ze kwamen van een andere planeet dan de mijne en ik was allang blij dat ik hun signalen mocht opvangen. Nooit had ik toen kunnen denken, dat ik daar ooit - in het echt - naast zou zitten.
In mijn hoofd repeteerde ik wat ik tegen Dolf Verroen zou zeggen. En toen de avond voorbij was, ben ik snel opgestaan en weggelopen.
Terwijl ik best veel schrijvers in het echt zie, zou je zeggen. Maar die doen me niks.
vrijdag 29 oktober 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
Vind ik een erg lief stukje.
Jammer dat we niks tegen elkaar gezegd hebben, maar het was ook Gerbrands avond. Daar was ik druk mee bezig.
Wie weet... tot ziens!
Dolf Verroen
O, wat leuk dat ik een bericht van u heb! Helemaal hier terechtgekomen. Dat is dus ook al mogelijk. Het moet niet veel gekker worden.
Mensen communiceren met elkaar, Elke. Zélfs ik.
Gerb. Dat had ik al gedacht. Zelfs jij. Maar dan NOG.
Een reactie posten