donderdag 14 oktober 2010

Zelfbeeld

'Schud nu eens met je haar, en dan kijk je meteen serieus de lens in...'
Ik sta tegen de witte muur, doe mijn hoofd naar beneden en schud wild met mijn haar.
'Alsof je gestoord bent,' zegt de fotograaf.
'Wàt zeg je?'
'Kijk alsof je gestoord bent.'
'O, eh, ja, ja.'
'Alsof je gestoord wòrdt, bedoel ik.'
Telkens opnieuw begin ik met het losschudden van mijn haar, steeds weer probeer ik verstoord op te kijken. Maar hoe kijkt een mens als zij 'verstoord opkijkt.' Met een grote frons in haar wenkbrauwen en haar lippen fijngeknepen, natuurlijk.
De fotograaf zegt: 'Nu zeg ik een tijdje niks. Nu kijk ik naar je. En jij kijkt alleen maar in de lens.'
'Is goed.'
Zo sta ik daar in dat grote, zwarte ding te kijken, die draaikolk. In de lege zolderkamer. Met mijn mond half open. Mijn rug tegen de muur. Mijn schouders opgetrokken. Totdat de ene helft van mij in het wit van de muur is verdwenen, en mijn andere helft opgaat in het episch centrum. Het zwarte gat.
Klik.

Geen opmerkingen: