dinsdag 5 maart 2013

Uitstelscène

Dadelijk begin ik, dacht ik steeds. Dadelijk begin ik. Het één en ander was bij mekaar gekomen in mijn hoofd. Het leek me best een aardig idee. Ik had ook echt zin om te beginnen. Dadelijk.
Tegelijk met de lente ontstaan bij mij altijd de ideeën. Met de lente in de lucht, komt het leven terug in mijn hoofd. In mijn hele lijf geloof ik. Het is iets om in het vervolg rekening mee te houden. Maar elke winter weer ben ik ervan overtuigd dat deze gedachte onzin is.
Zo, ik begin, dacht ik. Maar aan mijn bureau zat ik, niks te doen. Ja, ik veranderde een naam. Ik schreef iets op in een schrift. Ik antwoordde op een Facebookbericht. Steeds als ik bijna begon, stond ik weer op, rende naar beneden om iets te eten of thee te zetten of de post van de mat te halen en rende daarna weer terug naar boven. Buiten begon de zon ineens te schijnen. Ik moest ook drie minuten in de tuin zitten en holde weer terug naar mijn werkkamer. En toen, vlak voor de dag afgelopen was en het hele gezin huiswaarts keerde, begon ik dan eindelijk.

1 opmerking:

Anoniem zei

Mijn reactie op dit stukje geef ik je morgen.