Deetje (3) en ik zitten op het strandje in het Diemerpark op een rood kleed. We eten boterhammen. Er ligt een roze emmertje in het zand en twee roze schepjes. Een eindje verderop staan twee glanzende kraaien met de snavels naar ons toe. Daarachter, over de weg, rijdt een knalrode scooter met een enorm dikke man. De zon schijnt maar er staat ook een flink windje. Ik moet denken aan de Noordelingen van Alex van Warmerdam.
'We zijn hier helemaal alleen, hè!' zeg ik.
'Ik ben niet alleen hoor,' zegt Deetje.
'Dat klopt. We hebben elkaar. We zijn niet alleen.'
'Ik ben niet alleen, toch?'
'Nee, nee.'
'Jeetje is op school toch. En papa werkt. Ze komen nog terug, toch?'
'Ja, ja.'
Ze klimt bij mij op schoot. 'Die grote zwarte vogels moeten weg.'
'Dat zijn kraaien,' zeg ik.
Op dat moment kraaien de kraaien en drukt Deetje zich dichter tegen me aan.
'De klaaien platen.'
'Kraaien kunnen niet praten,' zeg ik.
'Dat kunnen ze wel hoor,' fluistert ze.
'Waarom ga je niet leuk spelen?'
Na het brood staan we beiden voorovergebogen aan de waterkant met uitzicht op de kleurige nieuwbouwwoningen. Zij in haar blote beentjes. Een roze schepje in onze handen. Lustig schep ik de modder in het emmertje. In mijn achterzak heb ik de plastic tas van AH gepropt, om wegwaaien tegen te gaan. De twee kraaien staan op het rode kleed naar ons te loeren.
'Leuk, hè hier?' zeg ik en spetter met mijn handen in het water.
'Ja,' zegt Deetje.
'Of zullen we naar huis gaan?'
'Ja!' Ze springt op.
vrijdag 31 mei 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
'een flink windje' :D , je hoort het moeder Malherbe zeggen.
Maar verder doet het mij vooral aan The Omen (76)denken. Die sfeer is indertijd diep in mijn postpuberale brein gegrift.
Als er weer eens een luizenactie is, toch eens goed opletten...
Een reactie posten