dinsdag 6 augustus 2013

98

Mijn vader en ik, met Jeetje (8) en Deetje (3) op de achterbank, rijden door het Noord-Limburgse landschap op weg naar oma's 98ste verjaardag. Als we er bijna zijn, zegt Deetje: 'Ik vind oma eng.'
'Waarom?'
'Daarom is geen reden, hè?' zegt ze.
'Nee,' zeg ik.
De verjaardag wordt in de immense tuin van één van haar zoons gevierd. Als wij aankomen, is iedereen er al. Oma heeft dekens om haar benen en een deken om haar schouders. Ze is bijna helemaal ingepakt omdat ze zo dun is. We zitten in een grote kring rondom haar met blote armen en benen. Ze eet taart en drinkt wijn. Ze heeft haar stoel rechtop staan, kijkt rond en ze praat ook best veel. Maar als ik haar feliciteer, zegt ze dat ze 98 echt te oud vindt. Dat ze zo moe is. Ze mag niet klagen van ons. 'Het is maar net wat je instelling is!' zegt een oom.
We zijn blij dat ze er nog is. Zij moet ook blij zijn dat wij er zijn. Als oma  binnen op de bank ligt, hebben wij het over leeftijd en dat we voor we het weten 98 zijn.
'O, nee, dat vind ik veel te oud,' zegt een tante.
'Ik wil ook zeker geen 98 worden,' zegt een andere tante. 'Absoluut niet.'
Een oom zegt dat hij liever van de brug geduwd zou willen worden dan ooit in het bejaardenhuis te belanden. Wij vinden dat oma blij moet zijn dat ze zo oud is, maar niemand zou zelf die leeftijd willen bereiken. Behalve ik, misschien. Ik weet het niet. Maar dood zijn, lijkt me helemaal niets.