zaterdag 17 augustus 2013

Docentschap 2

Aan het eind van dag vijf van mijn cursus zat ik voorovergebogen te luisteren naar de teksten die voorgelezen werden, en te roepen wat er weg kon of welke zin bovenaan moest staan. Iedereen zat op het puntje van zijn stoel. Er werd geschrapt, geschaafd en opnieuw voorgelezen.
 's Avonds zou er een voorstelling zijn in het Crea theater waarin alle zomercursussen van de afgelopen week zich in tien minuten presenteerden. Mijn deelnemers mochten een verhaal van één minuut voordragen. In de ochtend werd er gemopperd en getwijfeld. In één minuut kon je niets zeggen. Verhalen van één minuut, dat was niks.
Maar het hardop redigeren van de teksten en ze dan telkens weer voorlezen, bewees het tegendeel. Hoe korter de stukjes werden, hoe beter. Dat kon iedereen horen. Het was alsof er in de laatste minuut nog een belangrijke klik werd gemaakt.
Een jongen had aan het begin gezegd: 'Ik vind het eigenlijk vooral interessant om te kijken wie er allemaal op zo'n cursus Vervreemdend Proza afkomt.'
Dat vond ik ook. Wie het allemaal precies waren, weet ik nog steeds niet. We hebben alle introductie overgeslagen. Maar daar ging de week ook niet over.

Geen opmerkingen: