zaterdag 10 augustus 2013

Heetgebakerd

Briesend kwam mijn vriendin er aan gefietst. Ze was onderweg naar het station twee keer bijna aangereden door dezelfde auto en had, toen ze daar iets van zei, van de bestuurder een grote mond gekregen.
'Het is gewoon eng,' zei ze, 'de enorme woede die ik meteen op voel komen.'
'Dat ken ik.'
'Ik ben eigenlijk heel heetgebakerd,' zei ze.
'Ik ook,' zei ik. 'En wraaklustig.'
Het waren geen mooie eigenschappen die onderweg naar het café al ter sprake kwamen. Daar hou ik van. Maandenlang had ik haar niet echt gesproken. En ik merkte hoezeer ik haar gemist had.
De zon scheen. Het terras waar we gingen zitten, zal vol lachende en kletsende mannen en vrouwen. Klinkende glazen. Schaaltjes met grote, glimmende olijven. Zoenende stelletjes. We keken rond.
'Mensen zijn gewoon allemaal heel verdorven,' fluisterde ze.
'Zo is het,' zei ik. 'Een dun laagje vernis.'
Na het eerste wijntje kwamen we er al op dat onze woede niet eens zo heel verkeerd was. Het diende toch zeker ergens toe. Het was een manier om duidelijk een grens aan te geven. Een overlevingsmechanisme. Tot hier kun je gaan en niet verder. Lafheid was veel erger.
Bij het zoveelste wijntje zeiden we dat we agressie niet goed keurden, dat het ook zeker niet verstandig was, maar waren we het er allebei over eens dat onze mannen best iets minder conflictvermijdend hadden mogen zijn.

Geen opmerkingen: