Op dag drie van het nieuwe jaar, of is het dag vier?, raak ik de tel al kwijt. En kom ik in een loods vol tweedehands meubels, achter de kerkbank die misschien heel leuk past bij onze keukentafel, ook nog plotseling een glimmend zwarte lijkkist tegen. Zoekend naar oude schoolbureautjes voor onze driejarige, een geinige dossierkast voor op mijn nieuwe schrijfkamer, vind ik juist dat ding. Zwart. Opzichtig blinkend tussen de vintage shit.
'Die persoon die erin moest, ging misschien toch niet dood,' zegt man.
'Misschien ligt er nog iemand in.'
We verlaten de loods met ellende en gaan linea recta naar IKEA. Daar geen doodskisten maar eeuwig groene planten. De ondergrondse parkeergarage is daar nog het leukst. Als ik de auto uitstap, ben ik namelijk meteen weer in Beijing. Zo ondervind ik op dag drie/vier van tweeduizendveertien hoe ontzettend belangrijk geur is voor de herinnering. Ondergrondse parkeergarage = Beijing. Geur = een tijdmachine. En de vorige keer dat ik in zo'n parkeergarage was, wàs ik ook echt in Beijing. Dat is het mooie. Maar dat is vanaf vandaag dus voorgoed voorbij. De volgende keer dat ik in een parkeergarage zal zijn, was ik de keer voor de vorige keer dat ik in een parkeergarage was, in Beijing.
vrijdag 3 januari 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten