We liepen anderhalf uur naar Kriterion om dan eindelijk die onuitstaanbare rotfilm te gaan zien, die door alle kranten met vijf sterren beoordeeld is. Het regende. Het woei. Ik wilde, vanwege dat weer, bij Studio K. al stoppen om de Nederlandse productie Soof te gaan bekijken, maar zag teleurstelling op het gezicht van de ander. Dus: op naar La grande belezza. De zaal was afgeladen . We waren op de de juiste plek, het goede moment, de film moest inderdaad wel heel geweldig zijn. Maar na tien minuten al begon het tintelen van mijn linkerbeen. Mijn barometer dat er iets niet in de haak is. Hoe meer pijn, hoe minder in de haak. Vroeger gaf het been aan dat er een epileptische aanval zat aan te komen.
Mooie beelden ja. Mooie beelden te over. Prachtig zelfs. Ik kreeg zin om te zwemmen in die blauwe zwembaden, in whisky met ijs, ijsblokjes, zee. Na de zoveelste serie mooie beelden van Rome, begon mijn been echt heel lelijk te steken. Over expliciteren gesproken, mompelde ik steeds vermoeider voor me uit, over expliciteren gesproken. En iedereen trapt hier in.
Ik probeerde een dutje te doen om de tijd sneller te laten gaan, maar de pijn hield me uit mijn slaap. Het leek alsof de bloedtoevoer naar mijn linkerbeen volledig tot stilstand was gekomen. Het zou natuurlijk nog altijd de voorbode voor Le grande attacco kunnen zijn. Vierde rij, in het midden. Frontaal. Na een tijdje begon ik er zelfs op te hopen. Het is ook een manier om weg te komen. Het Niets te beleven. En het zou prachtig in beeld gebracht kunnen worden.
zaterdag 4 januari 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten