vrijdag 14 februari 2014

Geen recensie

Wij, kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen, schreden achter de kist aan door het gangpad van de kerk. Langs een haag van mensen. De klokken beierden. De kleintjes schreiden.
'Waarom ligt oma D. niet een glazen kist?' fluisterde Deetje, 'ik wil oma D. zien.'
Tot zover werkte het goed. Het katholieke ritueel.
Meneer Pastoor (41) opende de ceremonie met de schuldbelijdenis.
Hij had de familie op het hart gedrukt de voordrachten vooral kort te houden. Anderhalve minuut. Het gebeurde vaak dat nabestaanden te lang spraken, was zijn ervaring. Ze konden de aandacht en de spanning niet vasthouden.
Na de schuldbelijdenis was ik meteen al aan de beurt. Het ging prima met de aandacht van de mensen. Ook toen andere kleinkinderen en een zoon voorlazen, haakte er niemand af. In tegendeel. Op die momenten kon je een speld horen vallen.
Zodra meneer pastoor zelf aan het woord was echter, verslapte de concentratie. Nog geen anderhalve minuut nadat hij begon te spreken, verloor hij al het contact met zijn publiek. Zijn monoloog haalde de vaart en emotie uit de dienst. Wat wij opgebouwd hadden, brak hij in een paar zinnen weer af. Zijn tekst was ook te vaag en abstract, met veel te veel herhaling. Daarnaast sprak hij alles op één toon uit. Het belangrijkste: ik geloofde hem niet.
Maar goed, dit is geen theaterrecensie. Het was een uitvaartmis. Het was de twee uur durende dienst van meneer pastoor die wij af en toe onderbraken met onze stukjes. De kerk was steenkoud. De kleintjes begonnen de zuurtjes heel door te slikken. De man in de jurk bleef er tot vervelens toe op hameren dat onze zuster nu bij de heer was. Terwijl iedereen wist dat onze zuster daar zelf het hare van dacht.
'Ligt oma D. eigenlijk zonder kleren in de kist?' vroeg Deetje.
Het einde van het ritueel was wel mooi. De klokken luidden. De zes grijze zonen gingen voorop en droegen hun moeder de kerk uit. Ze brachten haar naar de de begraafplaats aan de overkant van de straat. Naar hun vader. We verzamelden ons met z'n allen nog eenmaal rond oma. Het regende hard maar meneer pastoor sprenkelde wat extra water over de kist. Dat vond ik heel aandoenlijk. De toewijding waarmee hij dat deed. Ik zou hem adviseren voortaan alleen nog dingen op locatie te doen. Een koor van oude mannen zong Latijnse liederen. Het Onze Vader werd gebeden. Onze schoenen zakten steeds dieper de modder in. We werden kleddernat. We waren een familie.

1 opmerking:

Anoniem zei

Verplichte literatuur voor - al dan niet religieuze - uitvaartbegeleiders!

Annemaria Koekoek