Ik heb nu geen oma meer. En mijn vader heeft geen moeder meer.
'We zijn er intussen ook oud genoeg voor,' zei hij daarnet aan de telefoon.
Dat is wel waar. Maar toch heb ik het gevoel dat dat niet waar is. Dat we er nooit echt oud genoeg voor zullen zijn.
Ze was vanmiddag bezig met sterven toen ik - met een gigantische hoofdpijn - van het van Gogh museum naar huis tramde. Die pijn hield op toen ik aan de keukentafel zat, naar later bleek precies het tijdstip van haar overlijden. Het één heeft niets met het ander te maken - ook al zou ik zoiets graag willen - want ik nam eenmaal thuis gewoon een Ibuprofen. Oma geloofde ook niet in wonderen. (Maar ik wel)
Toen ik het de meisjes vertelde, ze waren aan het prikken, prikten ze door met hun prikpennetjes. De één een hertje en de ander een tijgertje.
'Dood,' zei Deetje. Ze fronste haar wenkbrauwen. 'Wie is er dood?'
'Oma D.' zei ik nog een keer.
'O?' zei ze. 'Maar hoe is oma D. doodgegaan?'
'Ze was heel oud, hè? En ze sliep en toen gebeurde het.'
'O,' zei Deetje. Weer zag ik die wenkbrauwen fronsen. Even later vroeg ze: 'Maar gaat óma ook dood dan?'
'Ja.' Haar grote zus hield op met prikken. 'Oma ook,' zei ze. 'En opa. Iederéén gaat dood.'
'O,' zei het zusje dat nog van niets wist. 'Maar wij niet hè? Wij niet.'
'Jawel. Wij gaan dood. Papa en mama. En ik. En jij ook,' zei haar oudere zus. Toen legde ze haar pennetje weg en zei: 'Ik heb geen zin meer in prikken.'
'Maar gaat het huis dan ook dood?' vroeg Deetje.
zaterdag 8 februari 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten