Op het trottoir liep een gebogen oude dame met een zwarte overjas en een pantalon van zwart satijn, te roken. Als ze aan haar sigaret trok, raakten haar wangen elkaar aan de binnenkant. Haar benen zo dun als bezemstelen. Dat zag ik omdat ze tegen de wind in liep. Het loopt nooit lang goed met zulke benen. En het woei dus een beetje.
Ik besloot midden op de weg te gaan lopen.
Want op de andere stoep liep een oude Franse vrouw in zichzelf te praten. Ze gebaarde er veel bij. Ze zat midden in een verhandeling. Ze droeg een wollen muts en daarover een capuchon van nep-bont. Naast haar liep haar herdershond tot wie ze soms ook het woord richtte.
Ik keek naar de twee vrouwen links en rechts van mij.
Ik zette de pas erin.
Ik was nog niet zover.
vrijdag 15 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Dit zou een mooi begin van een verhaal kunnen zijn...
Willem heeft gelijk.
martin
Een reactie posten