We hadden een nieuwe oppas. Vers van marktplaats. Bij de eerste kennismaking leek ze perfect. Maar nu ze echt zou komen, wantrouwde ik die perfectie. Daar zat iets achter. Een criminele organisatie. Kinderhandel. Zij was het gezicht ervan. Logisch.
'Ben je gek,' zei man, 'Jeetje is drie. Die laat zich écht niet meer ontvoeren.'
'Ze geeft haar een verdovingsspuitje,' zei ik. 'Zo doen ze dat.'
Ik begreep heus wel dat mijn fantasie wellicht wat doorschoot. Omdat ik van het leven gemakkelijk een horrorverhaal maak.
Het was vast gewoon een leuke studente. En geen actrice. Toen ze er was, hebben we nog even gebabbeld. Zij en ik. Aan de keukentafel met een kop thee. Over de eerste keer dat ze een lijk opensneed.
'O, maar dan is het hoofd er natuurlijk wel af,' zei ik.
'Nee, het lichaam is heel,' zei ze.
'O, ja? Vind je dat niet vreemd?'
'Je moet er niet aan denken dat het een mens was,' zei ze.
'Lijkt me moeilijk.'
'Je moet het ergens op leren,' zei ze.
Dat was waar.
Op het feestje dacht ik soms aan de oppas. En dat ze met lijken wist om te gaan alsof het geen mensen waren.
zondag 24 augustus 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Mooi stukje Elke!
Een reactie posten