woensdag 7 juli 2010

Voor de televisie.

Zoals heel Nederland zitten we voor de televisie. Man, Broer en ik. De wedstrijd is al begonnen. Man heeft een laptop op schoot en zoekt intussen naar mooie spoelbakken. Broer heeft een spelletje op de I-phone gevonden en probeert dat uit. Ik heb een bakje pepermuntballen tussen ons ingezet en glaasjes vlierbessenlimonade.
'Pa, zal wel óp de tafel staan nu,' zegt broer.
'Zeker,' zeg ik.
'Pa heeft het er de hele dag over. En als ik niet luister, vertelt hij het tegen ma. Na een tijdje loopt hij dan weg omdat niemand hem begrijpt.'
'Laatst begon hjj er tegen mij ook al over aan de telefoon,' zeg ik.
'En jij luisterde ook niet zeker?'
'Natuurlijk niet.'
Op straat verstommen de geluiden. De toeters zijn stil.
'Pa, zal wel naast zijn krukje liggen nu,' zeg ik.
'We zouden pa nu eigenlijk moeten gaan bellen,' zegt broer, 'de telefoon staat op de televisie.'
'Ja leuk! Dan gaan we de hele tijd bellen en weer ophangen,' zeg ik.
'Dan trekt hij de stekker eruit,' zegt broer. 'Maar ook per ongeluk de draden van de televisie.'
'Dan wordt hij gek.'
We lachen. We eten pepermuntballen. Deetje komt er ook even bij liggen. We spelen met Deetje. Man is nog steeds op zoek naar een mooie spoelbak. Na het tweede doelpunt van Nederland sukkel ik in slaap.
'Pa zal nu wel bijna doodvallen,' zegt broer.
'Zeker,' mompel ik.
'Dat hij dit nog mee mag maken! Dat is sinds 1974 niet meer gebeurd of zoiets.'
'Toen was ik één.'
'Ik snap het gewoon niet!' roept broer (22) uit. 'Ik snap niet waar iedereen zich zo druk over maakt. Krijgen we allemaal geld of zo, als we de finale winnen?'

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik sluit me bij jullie aan.
HLM

Jan zei

Het schijnt dat 12,3 miljoen mensen de wedstrijd bekeken hebben, maar dan zijn vast ook de slapers, sloepbakzoekers en onwetende broertjes meegeteld.