Ik kwam een workshop geven in de Java-bookshop op donderdag en trof daar de organisatie en twee docenten Nederlands aan een tafel vol met snoep, koek en de heerlijkste broodjes. Ze hadden geen zin om te schrijven, dus deden we dat ook niet. Het gesprek ging over het slechte spellen van de MBO studenten en het niet-lezen. Ik ging naar huis met de bundel 'Naar de stad' die ik al tijden aan wilde schaffen.
In het café bespraken we het huwelijk of uit elkaar vallen daarvan, opvoeding en de ellende van het schrijven.
In de Groene had ik net een verontrustend artikel gelezen over het nieuwe boek van Rachel Cusk over huwelijk en scheiding. De schrijfster die er ook bij kwam zitten met haar kind, vroeg me op een gegeven moment: 'En jij bent nog sámen dus?'
Ik knikte.
'Jee, wat hàndig,' zei ze. 'Dus dan kun je 's avonds gewoon om en om weg. Dan is er dus altijd iemand thuis.
Het was alsof ik volgens een heel nieuw - haar volledig onbekend - concept leefde.
Het ging ook over erkenning. We zullen het gevoel van het kind eerst erkennen, en dan pas de grens stellen.
Het moest zo: 'Ik snap heel goed dat je de tekening niet af wil geven, maar we gaan het toch doen.'
En wat had ik gezegd: 'Wat?! Wil jij die tekening niet afgeven omdat-ie te mooi is? Wat ben jij egoïstisch. Het is voor een heel ziek kind. En: zo mooi is die tekening helemaal niet. Wat denk je wel. Het kan nog veel mooier.'
Nu blijft alleen het schrijven over.
zaterdag 30 juni 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten