Over een week word ik negenendertig. Dat is gelukkig nog geen veertig. Als ik echt denk aan het feit dat dit lichaam over een jaar veertig jaren oud is, schaam ik me. Ik lag daar gisteravond in bed nog aan te denken. Die schaamte. Dat had ik ook toen ik twintig werd, dertig. Ik schaam me nu voor grijze haren. Ik trek ze uit mijn hoofd. Binnenkort is dat niet meer te doen. Dat weet ik wel. En de grijze haren zijn nog het minste. Die staan eigenlijk alleen maar symbool voor het persoonlijke falen. Het ouder worden.
Mijn hele leven schaam ik me al voor alles wat met opgroeien te maken heeft. Iedere keer als er een nieuwe fase aanbrak, kwam ik geloof ik in een lichte depressie terecht. Na een tijdje wende die fase. Ik vergat het. Er zat niets anders op. Maar dan begon de volgende fase alweer. Laatst hoorde ik een interview met Paul Auster over zijn nieuwe boek. Winterlogboek. Een geschiedenis van zijn lichaam. Ik geloof dat hij vijfenzestig werd, de winter van zijn leven brak aan. Ik had het boek ook al in mijn handen gehad in de boekwinkel, maar weer teruggelegd omdat ik nog zoveel te lezen heb. Ik rende toen ik het aan het beluisteren was, dit lichaam bijna negenendertig jaren oud en dacht aan wat het allemaal meegemaakt had. Moet ik al beginnen met het herfstlogboek dan? Het midzomerlogboek lijkt me beter. Tegen de tijd dat het af is, ben ik veertig. Ik weet dat er meer zijn die dit hebben. Maar ook veel mensen die ik spreek, zijn heel blij dat ze nu in de veertig zijn, en wijzer, en meer durven dan toen. Soms kom ik mensen tegen die het niks kan schelen. Dat lijkt me geweldig. Het is natuurlijk allemaal een verzet tegen de dood. Dat zal falen worden.
maandag 4 juni 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten