Rond half één 's nachts stapten man en ik uit op station Boxmeer. In de laatste trein naar Venlo zaten mensen met uitgelopen vlaggetjes op hun wangen. Middelbare mannen met zilvergrijs haar, oranje hoedjes en dubbele tongen maakten grapjes met langbenige meisjes. De meisjes lachten naar hen. Dat vond ik lief van ze. Dat zouden de meisjes in Amsterdam nooit doen. We hadden in Nijmegen gegeten met vrienden en gedacht dat er in Boxmeer wel een taxi naar Heijen te regelen was. Er stond hier en daar een vader met draaiende motor te wachten op zijn tienerdochter. Meer auto's waren er niet. De meeste mensen pakten hun fietsen en verdwenen in de nacht. Al gauw was het weer doodstil in Boxmeer alsof er nooit een trein gearriveerd was. Het was dik elf kilometer naar Heijen en ik had schoenen met hakken. Gelukkig was café Piek open. Aan de bar hing een stel oranje mensen en toen we binnenkwamen viel de hele kroeg stil.
'Een taxi?' zei de oranje eigenaar. 'Ik weet ook niet of die zo laat nog te krijgen zijn.'
'Het is kwart voor één,' zei ik.
Hij belde een taxibedrijf. Om 2 uur 's nachts zou er op z'n vroegst een taxi bij café Piek kunnen zijn. Ergens wist ik dit al vanaf het moment dat we in Nijmegen instapten. Vroeger zou ik mijn ouders wakker gebeld hebben. 'Kom je ons halen? We hebben de bus gemist.' Maar dat kon nu echt niet meer. Dus wandelden we en vertelde ik man de dingen van vroeger toen ik hier fietste. We kwamen langs een ziekenhuis dat er vroeger niet stond. Het eerstvolgende dorp was Beugen, - half verwachte ik de discobus voor discotheek First Choice te treffen, maar er was geen discobus meer en geen First Choice - er was café het Posthuis waar 'Nederland, O Nederland, wij zijn de kampioen' gedraaid werd. De ramen sprongen er haast uit. De mensen huilden het liedje mee. We liepen langs graanvelden en andere velden. Af en toe fietste er een groepje jongeren voorbij op weg naar Gennep, Ottersum of Heijen. Volgens mij hoorde ik iemand de naam van mijn nichtje zeggen. Maar de fietsers waren al gauw niet meer te zien en wij liepen verder. Het was aardedonker. Er was nergens straatverlichting. 'Dat is te duur,' zei man. 'Dat zijn de bezuinigingen.' We kwamen een platgereden hond tegen. Een bouvier. Toen we de Maas over waren, waren we eindelijk aan de goede kant van het water. Maar toen was het nog wel een dik half uur lopen.
maandag 11 juni 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
Ik kan me zo voorstellen dat er minstens twee centimeters van je hakken zijn afgesleten
ik weet niet van welk nichtje je de naam hoorde maar als dat de naam was van het nichtje waar ik de vader van ben dan had je mij rustig mogen bellen.
Groetjes en nog gefeliciteerd!
oom
nadat zoon van oom dit verhaal heeft gelezen volgt alleen de opmerking: "Lopen is gezond".
Ook namens hem gefeliciteerd.
Oom
Ik denk dat het de naam was van het nichtje waar jij de vader van bent. Als jij de oom bent die ook nog niet zo lang geleden jarig was? Zo'n dag of elf geleden? Waarvoor ook nog gefeliciteerd!
Lopen is ook gezond, daar heeft neef gelijk in.
Een reactie posten