maandag 7 april 2014

Over spiegelgedrag, het waarom van de dingen en de herrijzenis

De bijna-vierjarige in haar nieuwe legging vol poezenhoofdjes, struikelde vanmorgen haast over mijn enorme schoen. De tandenborstel had  achterin haar strottenhoofd kunnen zitten, haar verhemelte kunnen doorboren.
'Niet met je tandenborstel in je mond rondlopen,' zei ik met mijn elektrische tandenborstel in mijn mond, al lopend door de gang met armenvol wasgoed.
'Niet schreeuwen!' schreeuwde ik toen.
'Ruim je rommel eens een keer op,' zei ik en raapte mijn schoen op, viste mijn colbert van de vloer en zag de schaar die ik gisteren gebruikt had op de ene speaker liggen en een leeg wijnglas op de andere staan.
Op zaterdag, op International Pillow Fight Day, - wie wist dat niet?  - was ik met de bijna-negenjarige in de stad voor de aanschaf van een lente outfit en belandden we midden in het grootse kussengevecht op de Dam. Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Dat blijft een interessante kwestie.
Ook heb ik iets gruwelijks gehoord, iets dat ik niet op mijn blog mag schrijven, maar dat is bij uitstek iets dat dus ooit in mijn proza terug zal komen. Ook om de beweegredenen van de mens te leren begrijpen. Waarom doet iemand zoiets? (Nu is het ook weer niet zo dat alles wat ik niet op mijn blog zet in prozavorm ergens terugkomt.)
Dit weekend precies een jaar geleden, leverde ik de eerste versie van m'n boek in. Dat lijkt nu al meer dan een eeuwigheid geleden. Een vorig leven. Ik  ben met iets nieuws bezig. Het vorige boek is al bijna weer van de aardbodem verdwenen. Zo snel gaat dat tegenwoordig. Boeken zijn broodjes. Al denk ik dat het nog een keer een opleving zal krijgen. De herrijzenis. Dat gebeurt met boeken nog altijd eerder dan met mensen.

Geen opmerkingen: