dinsdag 1 april 2014

Spelen met taal

Het was alweer een nacht waarin ik meer wakker lag dan sliep. Ik las de halve nacht in The Easter Parade van Yates. Een portret van twee zusjes op zoek naar liefde en geluk. Goed is dat.
Het hele huis was vannacht onrustig. De mensen die hier woonden schreeuwden om water of ze waren bang en wilden in het grote bed liggen,  sommigen zweetten zo erg dat ze om het uur een schoon t-shirt aan moesten trekken. Uit alle kamers klonken doffe hoestjes. Een symfonie van hoestjes. Ik dacht aan deurknoppen, de verspreiding van bacteriën en knipte het licht weer aan om verder denken tegen te gaan. Het was maar goed dat het op een gegeven moment ochtend werd. Licht. En niet koud. Een hele nieuwe dag vol mogelijkheden. Het eerste wat er gebeurde was dat ik in de badkamer uitgleed in de kots van één van de poezen.
Het eerste wat ik las was een interview met Erik Menkveld dat ging natuurlijk over hemzelf en over Hugo Claus: hoe die kon spelen met taal. Hoe weinig respect hij had voor zijn eigen gedichten, dan weer eens een zin hier plaatste en dan weer daar. Daar had Erik Menkveld toentertijd van geleerd als dichter. Dat interview was fijn om te lezen. Spelen met taal. Dat is leuk om es te gaan doen.


Geen opmerkingen: