donderdag 15 december 2016

Don't mention the war

We hebben sinds man Boven de Turk woont precies één week als een echt gescheiden gezin geleefd. Het kwam er daarna op de een of andere manier maar niet van. Man miste zijn thuis. Het mag duidelijk zijn wie ík miste. We misten ons warme nest. De meisjes vonden het zo ook veel fijner. 
Och en als we 'the war' maar niet bespraken, ging het prima. 
Och en ik raakte gewend aan een man die tegen tien, elf uur 's avonds het huis verliet. Ik geef toe, het was ook prettig om even rust te hebben.
Och zo is het ook goed, begon ik te denken. Als het precies zo blijft.
Ik weet nog dat ik als kind bedacht had dat ik mijn moeder als pop zou gaan gebruiken als ze dood was. En de enorme opluchting die ik daarbij voelde. Het was een simpele oplossing voor een definitief afscheid. Zo zou ik het gaan doen.
En toen mijn oma stierf - met wie ik één op één verbonden was - , ik was in de twintig, heb ik dagenlang bijna onafgebroken naast haar opgebaarde lichaam gezeten. Ze lag thuis in bed. De vriezer sloeg steeds aan. Maar ik weet nog dat ik na een tijdje dacht: zo is het ook goed. Als ik maar altijd bij je kan komen zitten.
We kunnen concluderen dat ik slecht ben in afscheid nemen. Ik had me - na een kwart eeuw -  geloof ik nét helemaal aan man gehecht. 
Jarenlang stond de eerste strofe van het gedicht van Pessoa ingelijst op mijn bureau:  
'Vrij wil ik zijn en onoprecht,
Zonder geloof of plicht of plaats.
Zelfs liefde wil ik niet, die hecht.
Heb mij niet lief: dat 's wat ik haat.'
En in die tijd had man mij ontzettend lief. Maar leek het mij niet verstandig daar helemaal in mee te gaan. Juist vanwege dat ellendige afscheid.

.


Geen opmerkingen: