Het Besluit van Dola Korstjens heeft dit jaar op de valreep nog Het Buitenland bereikt.Vandaag staat er een stukje in De Morgen. Met als kop: De dood ophouden als een plasje. Meer kan ik vanaf mijn computerscherm niet lezen. Zelfs met twintig vergrootglazen niet. Het blijft dus spannend tot op het laatst. Ik hoop volgend jaar ook.
Ik wens jullie allemaal een heel spannend 2009! (Leuk spannend welteverstaan)
Ik zit in Portugal. Zodat ik nog een uur langer van 2008 genieten kan.
woensdag 31 december 2008
dinsdag 30 december 2008
Sinterklaas blijft
Elke dag memoreren we sinterklaas nog een paar keer.
Vooral nu we zo verschrikkelijk dichtbij Hem zijn. In het land naast het zijne.
Als we eten vragen we ons af wat Hij op dit moment aan het eten is.
Wat Hij het liefste eet.
En hoe zag Sinterklaas er eigenlijk uit toen hij een baby was?
We zijn tenslotte overeengekomen dat hij geboren moet zijn met een rood mijtertje op en een klein wit baardje.
Maar zijn daar ook foto's van?
En wie waren Zijn vader en moeder dan?
Vooral nu we zo verschrikkelijk dichtbij Hem zijn. In het land naast het zijne.
Als we eten vragen we ons af wat Hij op dit moment aan het eten is.
Wat Hij het liefste eet.
En hoe zag Sinterklaas er eigenlijk uit toen hij een baby was?
We zijn tenslotte overeengekomen dat hij geboren moet zijn met een rood mijtertje op en een klein wit baardje.
Maar zijn daar ook foto's van?
En wie waren Zijn vader en moeder dan?
maandag 29 december 2008
Uitzicht
Het is donker buiten. Jeetje en ik staan samen in de tuin. Diep beneden ons de zee. Alleen het licht van de vuurtoren verlicht haar gezichtje; exact om de zes tellen. Ik strijk Jeetje over het hoofd, probeer man nog een keer mobiel te bereiken.
We waren werkelijk een ideaal gezin geweest.
In het vakantiehuisje met uitzicht op zee. Van alle gemakken voorzien, zelfs een oven met braadslee. We hadden ook een ideale dag doorgemaakt in Carvoeiro. Verse vis op een terras, de heerlijkste rosé gedronken, friet voor Jeetje. Alweer met uitzicht op zee. We beklommen met z'n drieën de allerhoogste rots ter wereld. Van die ideale dingen. Daarna wandelden we. Jeetje zat op de schouders van haar vader en vroeg voor het eerst: 'Papa, wie is jouw papa eigenlijk?'
'Mijn papa is dood,' zei man.
'Waarom is jouw papa dood?' vroeg Jeetje.
'Dat weet ik niet. Hij was ineens dood,' zei hij. 'Boem.'
Ik wees Jeetje gauw op het prachtige geweld waarmee de golven tegen de rotsen kapotsloegen. Afleiding geslaagd.
Toen was het avond. Ook al ideaal.
Jeetje keek junglebook op de I-pod, ik schreef een heel verstandige mail terug aan mijn kersverse moedervriendin - over dat ze er het beste aan deed het leven met kind maar gewoon te laten gebeuren omdat dat toch niet goed te besturen viel - en man was met de auto naar de Intermarché vier kilometer verderop. Alles onder controle.
Dan bevriest het beeld. De batterij van de I-pod is leeg. Ik kom erachter dat hij al dik anderhalf uur weg moet zijn.
Deze keer slaat zijn voicemail aan. De vakantiehuisjes naast ons zijn niet bezet. Wij zijn de enige levende zielen in dit ideale park op die rots. Wij twee, alleen. Hierbuiten. En de gele ogen van de zwarte kat.
'Mama, wat doe je?'
'Niks, ik probeerde even of ik papa vanaf hier wel kon bellen,' zeg ik zo normaal mogelijk. Ik ben volwassen. Ik moet het kind geruststellen. Hoe dan ook. Nu niet over de symbolische betekenis van zwarte katten gaan vertellen. En dat ik net waarschijnlijk de Portugese politie aan de lijn had gehad, toen ik binnen haar papa probeerde te bellen. Dat mama het niet goed kon verstaan. Maar dat de Portugese politie nu naar ons onderweg was. Naar het leegstaande vakantieoord waar een moeder en een vers weesje buiten stonden te wachten. Ook al kon haar papa nog zo goed rijden, de Portugezen konden dat niet. 'In Portugal zijn de meeste dodelijke verkeersongelukken van heel Europa,' hoorde ik hem weer zeggen.
Ik kan zeggen dat ik het voorvoeld heb. Maar Jeetje weet van niets. Gewoon zo laten. Zolang het mogelijk is. Jeetje is vooral met het welzijn van die zwarte kat bezig. Die nu ook nog door de openstaande schuifdeuren naar binnen glipt.
We waren werkelijk een ideaal gezin geweest.
In het vakantiehuisje met uitzicht op zee. Van alle gemakken voorzien, zelfs een oven met braadslee. We hadden ook een ideale dag doorgemaakt in Carvoeiro. Verse vis op een terras, de heerlijkste rosé gedronken, friet voor Jeetje. Alweer met uitzicht op zee. We beklommen met z'n drieën de allerhoogste rots ter wereld. Van die ideale dingen. Daarna wandelden we. Jeetje zat op de schouders van haar vader en vroeg voor het eerst: 'Papa, wie is jouw papa eigenlijk?'
'Mijn papa is dood,' zei man.
'Waarom is jouw papa dood?' vroeg Jeetje.
'Dat weet ik niet. Hij was ineens dood,' zei hij. 'Boem.'
Ik wees Jeetje gauw op het prachtige geweld waarmee de golven tegen de rotsen kapotsloegen. Afleiding geslaagd.
Toen was het avond. Ook al ideaal.
Jeetje keek junglebook op de I-pod, ik schreef een heel verstandige mail terug aan mijn kersverse moedervriendin - over dat ze er het beste aan deed het leven met kind maar gewoon te laten gebeuren omdat dat toch niet goed te besturen viel - en man was met de auto naar de Intermarché vier kilometer verderop. Alles onder controle.
Dan bevriest het beeld. De batterij van de I-pod is leeg. Ik kom erachter dat hij al dik anderhalf uur weg moet zijn.
Deze keer slaat zijn voicemail aan. De vakantiehuisjes naast ons zijn niet bezet. Wij zijn de enige levende zielen in dit ideale park op die rots. Wij twee, alleen. Hierbuiten. En de gele ogen van de zwarte kat.
'Mama, wat doe je?'
'Niks, ik probeerde even of ik papa vanaf hier wel kon bellen,' zeg ik zo normaal mogelijk. Ik ben volwassen. Ik moet het kind geruststellen. Hoe dan ook. Nu niet over de symbolische betekenis van zwarte katten gaan vertellen. En dat ik net waarschijnlijk de Portugese politie aan de lijn had gehad, toen ik binnen haar papa probeerde te bellen. Dat mama het niet goed kon verstaan. Maar dat de Portugese politie nu naar ons onderweg was. Naar het leegstaande vakantieoord waar een moeder en een vers weesje buiten stonden te wachten. Ook al kon haar papa nog zo goed rijden, de Portugezen konden dat niet. 'In Portugal zijn de meeste dodelijke verkeersongelukken van heel Europa,' hoorde ik hem weer zeggen.
Ik kan zeggen dat ik het voorvoeld heb. Maar Jeetje weet van niets. Gewoon zo laten. Zolang het mogelijk is. Jeetje is vooral met het welzijn van die zwarte kat bezig. Die nu ook nog door de openstaande schuifdeuren naar binnen glipt.
zondag 28 december 2008
Your Ghost
Kristin Hersh dagen zijn het voor mij. Deze kerst en oud en nieuw. En dan alleen het liedje: Your Ghost. Ik hoor het vaak omdat ik er - ik zal maar eerlijk zijn - een soort van rustig van word. Terwijl ik niet wist dat ik een soort van onrustig was. Het liefst zet ik de song zo hard mogelijk. Zodat ik er helemaal in kan blijven. Soms luister ik wel honderd keer achter elkaar naar Your Ghost. Als de onderbuurvrouw thuis is, schaam ik me. Voor mijn smaak. Het sentiment. En vooral de herhaling.
Oké, zij is voor tien dagen van de stem van Kristin Hersh verlost. Maar nu overstemt Kristin zelfs het diepste donkerste duister, het geluid van de zee die tegen de rotsen slaat, en de zwarte kat die voor de deur staat te miauwen. Dezelfde die vannacht de zak met visresten is komen openrijten.
Kristin Hersh heeft zich vlak voor de kerst plotseling aan mij vast geklonken en zal binnen niet al te lange tijd weer van me af vallen. Ik heb dat vaker gehad met liedjes.
Oké, zij is voor tien dagen van de stem van Kristin Hersh verlost. Maar nu overstemt Kristin zelfs het diepste donkerste duister, het geluid van de zee die tegen de rotsen slaat, en de zwarte kat die voor de deur staat te miauwen. Dezelfde die vannacht de zak met visresten is komen openrijten.
Kristin Hersh heeft zich vlak voor de kerst plotseling aan mij vast geklonken en zal binnen niet al te lange tijd weer van me af vallen. Ik heb dat vaker gehad met liedjes.
zaterdag 27 december 2008
Jeetje in Portugal
Jeetje - het stadskind - wandelt in het natuurgebied: 'Waar is hier de stoep?'
Jeetje loopt al een tijdje door het stadje Silves: 'Waar zijn de fietsen eigenlijk?'
Jeetje woont - en slaapt - op de begane grond. Papa brengt haar naar bed.
Voor hij de slaapkamer verlaat, mompelt ze: 'Je moet zeggen: hier is papa, je bent lief, je bent niet alleen, je kunt goed klimmen, je kunt goed lopen over de rotsen en dat is alles.'
Papa roept - in de gang, naast haar deur - door de imaginaire babyfoon: 'HIER IS PAPA! JE BENT LIEF. JE BENT NIET ALLEEN. JE KUNT GOED KLIMMEN. JE KUNT GOED LOPEN OVER DE ROTSEN. EN DAT IS ALLES.'
Jeetje loopt al een tijdje door het stadje Silves: 'Waar zijn de fietsen eigenlijk?'
Jeetje woont - en slaapt - op de begane grond. Papa brengt haar naar bed.
Voor hij de slaapkamer verlaat, mompelt ze: 'Je moet zeggen: hier is papa, je bent lief, je bent niet alleen, je kunt goed klimmen, je kunt goed lopen over de rotsen en dat is alles.'
Papa roept - in de gang, naast haar deur - door de imaginaire babyfoon: 'HIER IS PAPA! JE BENT LIEF. JE BENT NIET ALLEEN. JE KUNT GOED KLIMMEN. JE KUNT GOED LOPEN OVER DE ROTSEN. EN DAT IS ALLES.'
vrijdag 26 december 2008
Junk
'Het is hier heel anders dan in Amsterdam!' zegt Jeetje op vliegveld Faro.
'Wat is er dan anders?'
'Ze hebben hier heel andere bomen.'
'Dat is waar ja.'
Ik merk hoe mijn lichaam de zon verslindt. Hoe het daarmee op de parkeerplaats al begint. Hoe het in feite om zon aan het kermen was, alsof het al maanden geen licht had gezien. Alsof mijn lichaam een junk was met een cold turkey, en ik had niets in de gaten. Meer wil het, meer. Heel bang ook dat er morgen niets meer zal zijn.
Het wil NU sinaasappels eten, niets dan sinaasappels en zwemmen in de zee, waar het gisteren enkel dacht aan wijn, meer wijn, kerstkransjes en nog wat Häagen-dasz.
'En mama...?' roept Jeetje als we in de huurauto stappen.
'Jahaa?'
'Ik wil hier blijven wonen. Ik hou van de zon.' Na deze zin valt Jeetje in slaap. We rijden langs de sinaasappel-bomen.
'Wat is er dan anders?'
'Ze hebben hier heel andere bomen.'
'Dat is waar ja.'
Ik merk hoe mijn lichaam de zon verslindt. Hoe het daarmee op de parkeerplaats al begint. Hoe het in feite om zon aan het kermen was, alsof het al maanden geen licht had gezien. Alsof mijn lichaam een junk was met een cold turkey, en ik had niets in de gaten. Meer wil het, meer. Heel bang ook dat er morgen niets meer zal zijn.
Het wil NU sinaasappels eten, niets dan sinaasappels en zwemmen in de zee, waar het gisteren enkel dacht aan wijn, meer wijn, kerstkransjes en nog wat Häagen-dasz.
'En mama...?' roept Jeetje als we in de huurauto stappen.
'Jahaa?'
'Ik wil hier blijven wonen. Ik hou van de zon.' Na deze zin valt Jeetje in slaap. We rijden langs de sinaasappel-bomen.
woensdag 24 december 2008
Moet, moet, moet.
Op deze kerstavond, als het kinderbedtijd is - het kerstkransje allang op, de liedjes gespeeld zijn, het dansje gemaakt, het boekje voorgedragen - en ook de kaarsjes vredig branden op de schouw, zegt moeder ( in de wetenschap dat het morgen een drukke dag wordt en overmorgen zeker): 'Jeetje, je moet je pyjama aan.'
'Jij zegt altijd MOET, MOET, MOET!' zegt Jeetje boos.
Moeder heeft geen antwoord terug. Is het waar? kan ze alleen maar denken. Is het waar? Is het zover?
'Jij zegt altijd MOET, MOET, MOET!' zegt Jeetje boos.
Moeder heeft geen antwoord terug. Is het waar? kan ze alleen maar denken. Is het waar? Is het zover?
dinsdag 23 december 2008
Waar gaat het heen met mij?
Ik moet het even aansnijden, nu ik toch zo diep gezakt ben.
Laatst kwam ik mijn naam tegen op een weblog. In 1 van de 36 reacties schreef iemand dat ik een blogger was.
Ik ben een blogger, dacht ik. En trommelde mezelf op de borstjes.
Daarna begon meteen het knagen. Want wat wil de blogger? En doe ik het wel goed?
Sommigen krijgen wel 43 reacties.
Ik begon de weblogs van 'sommigen' aan tekstanalyse te onderwerpen. In categorieën op te delen. Wat nu maakt het blog populair? Vaak iets met seks. Of iets tragisch. Ik wil geen sterfgeval creëren voor een antwoord, noch de seks beschrijven.
Het gemiddelde blog dat ik lees, heeft zo'n 6 of 7 reacties per bericht. Met een uitloop naar 12/13. Dat haal ik dus niet.
Ik begon heel onschuldig als blogger. Elke dag een schrijfoefening die van een zeker niveau moest zijn. Dat was genoeg uitdaging. Maar ik word steeds ordinairder in mijn drijfveren.
Laatst kwam ik mijn naam tegen op een weblog. In 1 van de 36 reacties schreef iemand dat ik een blogger was.
Ik ben een blogger, dacht ik. En trommelde mezelf op de borstjes.
Daarna begon meteen het knagen. Want wat wil de blogger? En doe ik het wel goed?
Sommigen krijgen wel 43 reacties.
Ik begon de weblogs van 'sommigen' aan tekstanalyse te onderwerpen. In categorieën op te delen. Wat nu maakt het blog populair? Vaak iets met seks. Of iets tragisch. Ik wil geen sterfgeval creëren voor een antwoord, noch de seks beschrijven.
Het gemiddelde blog dat ik lees, heeft zo'n 6 of 7 reacties per bericht. Met een uitloop naar 12/13. Dat haal ik dus niet.
Ik begon heel onschuldig als blogger. Elke dag een schrijfoefening die van een zeker niveau moest zijn. Dat was genoeg uitdaging. Maar ik word steeds ordinairder in mijn drijfveren.
maandag 22 december 2008
Jeetje reist de wereld rond
'Ik heb de hele wereld in mijn handen,' roept Jeetje door de reisboekwinkel in de Utrechtse straat. De winkel glimlacht. We nemen de wereld mee naar huis.
De hele wereld hangt aan onze keukenmuur. Ik wilde mijn topografische kennis opvijzelen. Jeetje is er zeer mee in haar nopjes. De wereld is groot, maar nog best te overzien, vindt ze.
'Dus dat leuke groene landje is Amerika? En dat héle grote gele land, daar is de buurvrouw geboren.'
'De landen zijn in het echt niet groen en geel, hè?'
'Wij gaan naar Portugal.' Ze wijst Portugal aan. 'En als ik daar een kindje tegenkom, zeg ik Bom Dia.'
'Precies.'
'Ik wil ook een keer naar, Zuid-Afrika, Namibië, Botswana en Angola,' zegt Jeetje, 'maar ik ga het allerliefst naar India.'
'Wat ga je in India doen?'
'Mowgli bezoeken in de jungle.'
'De jungle is groot.'
'Ik ben niet bang voor Baloo de beer,' zegt Jeetje. 'Maar wat moet ik doen als ik Ka de slang daar tegenkom?
De hele wereld hangt aan onze keukenmuur. Ik wilde mijn topografische kennis opvijzelen. Jeetje is er zeer mee in haar nopjes. De wereld is groot, maar nog best te overzien, vindt ze.
'Dus dat leuke groene landje is Amerika? En dat héle grote gele land, daar is de buurvrouw geboren.'
'De landen zijn in het echt niet groen en geel, hè?'
'Wij gaan naar Portugal.' Ze wijst Portugal aan. 'En als ik daar een kindje tegenkom, zeg ik Bom Dia.'
'Precies.'
'Ik wil ook een keer naar, Zuid-Afrika, Namibië, Botswana en Angola,' zegt Jeetje, 'maar ik ga het allerliefst naar India.'
'Wat ga je in India doen?'
'Mowgli bezoeken in de jungle.'
'De jungle is groot.'
'Ik ben niet bang voor Baloo de beer,' zegt Jeetje. 'Maar wat moet ik doen als ik Ka de slang daar tegenkom?
zaterdag 20 december 2008
Oom Cedric
En als je die veelbelovende schrijfster gisteren gemist hebt op de radio, kun je haar verhaal hier terug horen.
Bij de beste boeken!
De beste boeken van 2008. Jaaroverzicht in het NRC. Ik scan de vetgedrukte titels meteen. Zonder vergaande verwachtingen, ik had het in de Groene ook al gedaan, toch doe ik het.
En niet voor niets!
Halverwege vind ik het. Het besluit van Dola Korstjens. In het rijtje van Ewoud Kieft. IJzersterk debuut met verhalen vol onderhuidse spanning, surrealistische beelden, melancholie en ontnuchterende humor laat de kracht van de suggestie zien. Veelbelovende schrijfster.
In mijn eigen jaaroverzicht van beste mensen van 2008 staat Ewoud Kieft bovenaan.
En niet voor niets!
Halverwege vind ik het. Het besluit van Dola Korstjens. In het rijtje van Ewoud Kieft. IJzersterk debuut met verhalen vol onderhuidse spanning, surrealistische beelden, melancholie en ontnuchterende humor laat de kracht van de suggestie zien. Veelbelovende schrijfster.
In mijn eigen jaaroverzicht van beste mensen van 2008 staat Ewoud Kieft bovenaan.
vrijdag 19 december 2008
Werkelijkheid eerst!
Net zat ik nog achter mijn bureau, mijn koele flexplek boven, hoog in de lucht - mijn hoofd steekt bijna door het dakraam heen - te schrijven. Diep na te denken over de twee tijden in mijn verhaal, wat ik in welke volgorde zet.
Het volgende moment sta ik hier, in het kunstlicht, in een bloedheet souterrain, met een naakt baby'tje van twee kilo voor me op een aankleedkussen, en een muizentruitje in mijn hand. Het kussen is nog van ons geweest. Ik moet zulke armpjes toch eerder door zulke mouwtjes gekregen hebben. Het baby'tje doet haar oogjes open.
Dit is de werkelijkheid, man. Dit is de werkelijkheid, zeg ik tegen mezelf. En dit is de volgorde.
Het volgende moment sta ik hier, in het kunstlicht, in een bloedheet souterrain, met een naakt baby'tje van twee kilo voor me op een aankleedkussen, en een muizentruitje in mijn hand. Het kussen is nog van ons geweest. Ik moet zulke armpjes toch eerder door zulke mouwtjes gekregen hebben. Het baby'tje doet haar oogjes open.
Dit is de werkelijkheid, man. Dit is de werkelijkheid, zeg ik tegen mezelf. En dit is de volgorde.
donderdag 18 december 2008
Jeetje gaat trouwen
'Ik ga later met Luuk trouwen', zegt Jeetje.
'O, ja. Wat leuk.'
'Ja, dan krijgen we twee baby's. Een jongen en een meisje. Luuk krijgt de jongen. Ik het meisje.'
'Luuk kan geen baby's krijgen. Luuk is een jongen.'
'LUUK WEL.'
'Luuk ook niet.'
'Dat heeft hij ZELF gezegd. Hij kan WEL baby's krijgen,' zegt Jeetje boos.
'Oké, oké,' zeg ik. 'Luuk wel. Maar hij is dan ook echt de enige jongen die daartoe in staat is.'
Jeetje is gerustgesteld. Als hij de enige is die baby's kan krijgen, heeft ze meteen de goeie getroffen.
'Mama, waarom moet ik eigenlijk ergens anders gaan wonen als ik ga trouwen?'
Ze luistert aandachtig naar mijn uitleg over dat je op een gegeven moment je vleugels uit wil slaan. Dat je er echt aan toe bent om uit het ouderlijk huis te vertrekken. En je ouders niet meer steeds hoeft te zien. Maar dat dat moment voor haar nog best even duurt, omdat ze nog maar 3,5 is.
'Ik wil NU met Luuk in een eigen huis gaan wonen.' Jeetje staat op en pakt haar roze koffertje.
'O, ja. Wat leuk.'
'Ja, dan krijgen we twee baby's. Een jongen en een meisje. Luuk krijgt de jongen. Ik het meisje.'
'Luuk kan geen baby's krijgen. Luuk is een jongen.'
'LUUK WEL.'
'Luuk ook niet.'
'Dat heeft hij ZELF gezegd. Hij kan WEL baby's krijgen,' zegt Jeetje boos.
'Oké, oké,' zeg ik. 'Luuk wel. Maar hij is dan ook echt de enige jongen die daartoe in staat is.'
Jeetje is gerustgesteld. Als hij de enige is die baby's kan krijgen, heeft ze meteen de goeie getroffen.
'Mama, waarom moet ik eigenlijk ergens anders gaan wonen als ik ga trouwen?'
Ze luistert aandachtig naar mijn uitleg over dat je op een gegeven moment je vleugels uit wil slaan. Dat je er echt aan toe bent om uit het ouderlijk huis te vertrekken. En je ouders niet meer steeds hoeft te zien. Maar dat dat moment voor haar nog best even duurt, omdat ze nog maar 3,5 is.
'Ik wil NU met Luuk in een eigen huis gaan wonen.' Jeetje staat op en pakt haar roze koffertje.
woensdag 17 december 2008
Hoera!
Ik druk op de bel. Eergisteravond was ik hier ook op de thee. Hij hing toen boven een bak kokend water, een handdoek over zijn kop, chagrijnig mompelend. Zij zat op de hoek van de bank. De rust zelve. Ik met een deken om me heen naast haar. We kletsten over van alles. Het zou nog weken duren.
Het is dezelfde hoek waar ik haar dadelijk aan zal treffen. En ik zal ook op dezelfde plek zitten. Met een piepklein meisje, in een dekentje, in mijn armen.
Maar dat weet ik nu nog niet. Nu sta ik nog voor de deur. Met mijn hoed op. Een tas vol cadeaus in mijn hand. Onderweg hier naartoe dacht ik aan de keren dat ik door de stad naar vriendinnen fietste. En hoe die vriendinnen ook ooit naar mij gefietst waren. En dat ik altijd weer vreemd bang ben voor de totale metamorfose. Zal alles anders zijn? Herken ik haar nog wel?
Hij doet open. Ik herken hem. Ook die blik in zijn ogen. Die heb ik vaker gezien bij jonge vaders. Zacht, doch zeer alert. Diep gelukkig, kan ik er alleen maar van zeggen.
'Heb je een feesthoed opgezet?' roept hij. 'Wil je champagne en slagroomtaart?'
Als ik de kamer binnenkom, zit zij daar. Alsof het gewoon is. Maar nu rust er iets op haar buik, in plaats van erin. We kijken elkaar aan. Moeders. Merkwaardig veranderd en precies hetzelfde gebleven.
Het is dezelfde hoek waar ik haar dadelijk aan zal treffen. En ik zal ook op dezelfde plek zitten. Met een piepklein meisje, in een dekentje, in mijn armen.
Maar dat weet ik nu nog niet. Nu sta ik nog voor de deur. Met mijn hoed op. Een tas vol cadeaus in mijn hand. Onderweg hier naartoe dacht ik aan de keren dat ik door de stad naar vriendinnen fietste. En hoe die vriendinnen ook ooit naar mij gefietst waren. En dat ik altijd weer vreemd bang ben voor de totale metamorfose. Zal alles anders zijn? Herken ik haar nog wel?
Hij doet open. Ik herken hem. Ook die blik in zijn ogen. Die heb ik vaker gezien bij jonge vaders. Zacht, doch zeer alert. Diep gelukkig, kan ik er alleen maar van zeggen.
'Heb je een feesthoed opgezet?' roept hij. 'Wil je champagne en slagroomtaart?'
Als ik de kamer binnenkom, zit zij daar. Alsof het gewoon is. Maar nu rust er iets op haar buik, in plaats van erin. We kijken elkaar aan. Moeders. Merkwaardig veranderd en precies hetzelfde gebleven.
dinsdag 16 december 2008
Aan het ontbijt
'Ik ben allang niet meer in het zwembad geweest,' merkt Jeetje op.
'Daar heb je gelijk in.'
'Ik wil nu...'
'Het is vandaag dinsdag.'
'O, dan ga ik naar de crèche, hè?'
'Ja.'
'Is het zwembad nu leeg?' vraagt ze.
'Weet je dat je zelfs een keer op zwemles mag?' Ik verander het onderwerp ietsje.
'Ik kàn al zwemmen.' Ik zie de pruillip opkomen.
'Je kunt nog niet zwemmen zonder bandjes, Jeetje.'
'Ik kan wèl zwemmen zonder bandjes.' De pruillip wordt groter. Haar hele gezicht rood. Een onderdrukte snik. Tot Jeetje barst van verontwaardiging. Dikke tranen rollen over haar wangen. Omdat ze dus wel kan zwemmen zonder bandjes.
'Dat heb ik weleens met papa gedaan en niet met jou! Jij hebt het gewoon nog niet gezien!' Ze meent het. Of het is een ijzersterk actrice.
'Oké, oké. Jij kunt wel zwemmen zonder bandjes, schatje.'
'Anders schiet ik jou dood. In een gloeiend hete pan.'
'Dat zou ik niet leuk vinden.'
'Ik koop een pistool.'
'Dat kun je niet zomaar kopen hoor.'
'WEL.'
'Waar dan? In de Albert Heijn?'
'In de pistolenwinkel.' Jeetje snikt nog na.
'Daar heb je gelijk in.'
'Ik wil nu...'
'Het is vandaag dinsdag.'
'O, dan ga ik naar de crèche, hè?'
'Ja.'
'Is het zwembad nu leeg?' vraagt ze.
'Weet je dat je zelfs een keer op zwemles mag?' Ik verander het onderwerp ietsje.
'Ik kàn al zwemmen.' Ik zie de pruillip opkomen.
'Je kunt nog niet zwemmen zonder bandjes, Jeetje.'
'Ik kan wèl zwemmen zonder bandjes.' De pruillip wordt groter. Haar hele gezicht rood. Een onderdrukte snik. Tot Jeetje barst van verontwaardiging. Dikke tranen rollen over haar wangen. Omdat ze dus wel kan zwemmen zonder bandjes.
'Dat heb ik weleens met papa gedaan en niet met jou! Jij hebt het gewoon nog niet gezien!' Ze meent het. Of het is een ijzersterk actrice.
'Oké, oké. Jij kunt wel zwemmen zonder bandjes, schatje.'
'Anders schiet ik jou dood. In een gloeiend hete pan.'
'Dat zou ik niet leuk vinden.'
'Ik koop een pistool.'
'Dat kun je niet zomaar kopen hoor.'
'WEL.'
'Waar dan? In de Albert Heijn?'
'In de pistolenwinkel.' Jeetje snikt nog na.
maandag 15 december 2008
Kalmte
De ochtend na het optreden in de Desmet Studio's. De ochtend na een zenuwslopende zondag. Al deed ik heel gewoon. Ik weet niet waar die zenuwen vandaan kwamen, maar ik had ze. De hele zondag lang bereidde ik me voor. Ik wist niet precies waarop. Misschien was dat het.
Ik ken wel zenuwen voor een optreden, maar meestal beginnen die een half uur van tevoren pas echt. En bereiken ze een hoogtepunt als ik over tien minuten het podium op moet. Dan begint het malen: Waarom? Waarom doe ik dit? Waar slaat dit op? Wat als ik met microfoon en al het publiek in val, mijn enkel verzwik als ik aan kom lopen en wat als mijn handen zo trillen dat ik geen blad vast kan houden? Wat als mijn bloes plotseling openvalt en ik heb het niet in de gaten?
Dan begint het zoeken naar de nooduitgang, die er niet is. Of te ver weg om nog ooit te bereiken. De nachtmerrie.
Nu had ik 'het' de hele zondag. Jeetje (3) moest een paar keer huilen van de spanning die mij constant vergezelde. Hoe ongedwongen ik me ook voordeed. Hoe ongemerkt ik mijn avondeten ook de prullenbak in moffelde. 'Ze' voelen alles.
Op de fiets ernaartoe, zag ik voor het eerst ook de lol ervan in. Hier gaat Elke G. Het moet een merkwaardig schaap zijn dat zélf naar de slachtbank fietst.
Toen ik des avonds het café van Desmet binnenstapte, was het rete-druk. Ik zag overal schrijvers en bekenden van gezicht. Sommigen waren workshops aan het geven, anderen stonden bij de bar. Ook ik ging in de rij bij de bar staan. Om een koffie te bestellen. Maar ik kwam nooit aan de beurt. Ik bleef maar de laatste van de rij. Met mijn bonnetje. Ik was zojuist waarschijnlijk onzichtbaar geworden. Wat een pech. Nu net.
'Hé, jij moet dadelijk echt optreden,' merkte een collega in het voorbijgaan op. 'Je kunt het.' Er werd - bemoedigend - op mijn smalle schoudertjes geramd. (Wat een opluchting, ik bestond nog.) Ik knikte zwak. Ik ging optreden. Net als Thomas Verbogt, Eva Maria Staal, Tommy Wieringa, Joost Zwagerman en Arnon Grunberg aan de telefoon. Een glansrijtje. En ik stond daartussen. Op deze eerste Avond Van Het Korte Verhaal.
Even later had ik zelfs een koffie in handen.
En weer iets later zat ik vooraan in de zaal, met een glaasje water, vlakbij het hoge podium - dat ik weldra moest zien te beklimmen. Ik keek naar Marike Jager die het ook gelukt was, en luisterde naar haar geweldige muziek.
De uitzending was begonnen. Ik moest binnen niet al te lange tijd op. Een vreemde kalmte - van het ijzige, volhardende soort - overviel me.
Luistert u allen aanstaande vrijdag, van 20.00 u tot 22.00 u bij de Avonden op radio 6, hoe dit afloopt....
Ik ken wel zenuwen voor een optreden, maar meestal beginnen die een half uur van tevoren pas echt. En bereiken ze een hoogtepunt als ik over tien minuten het podium op moet. Dan begint het malen: Waarom? Waarom doe ik dit? Waar slaat dit op? Wat als ik met microfoon en al het publiek in val, mijn enkel verzwik als ik aan kom lopen en wat als mijn handen zo trillen dat ik geen blad vast kan houden? Wat als mijn bloes plotseling openvalt en ik heb het niet in de gaten?
Dan begint het zoeken naar de nooduitgang, die er niet is. Of te ver weg om nog ooit te bereiken. De nachtmerrie.
Nu had ik 'het' de hele zondag. Jeetje (3) moest een paar keer huilen van de spanning die mij constant vergezelde. Hoe ongedwongen ik me ook voordeed. Hoe ongemerkt ik mijn avondeten ook de prullenbak in moffelde. 'Ze' voelen alles.
Op de fiets ernaartoe, zag ik voor het eerst ook de lol ervan in. Hier gaat Elke G. Het moet een merkwaardig schaap zijn dat zélf naar de slachtbank fietst.
Toen ik des avonds het café van Desmet binnenstapte, was het rete-druk. Ik zag overal schrijvers en bekenden van gezicht. Sommigen waren workshops aan het geven, anderen stonden bij de bar. Ook ik ging in de rij bij de bar staan. Om een koffie te bestellen. Maar ik kwam nooit aan de beurt. Ik bleef maar de laatste van de rij. Met mijn bonnetje. Ik was zojuist waarschijnlijk onzichtbaar geworden. Wat een pech. Nu net.
'Hé, jij moet dadelijk echt optreden,' merkte een collega in het voorbijgaan op. 'Je kunt het.' Er werd - bemoedigend - op mijn smalle schoudertjes geramd. (Wat een opluchting, ik bestond nog.) Ik knikte zwak. Ik ging optreden. Net als Thomas Verbogt, Eva Maria Staal, Tommy Wieringa, Joost Zwagerman en Arnon Grunberg aan de telefoon. Een glansrijtje. En ik stond daartussen. Op deze eerste Avond Van Het Korte Verhaal.
Even later had ik zelfs een koffie in handen.
En weer iets later zat ik vooraan in de zaal, met een glaasje water, vlakbij het hoge podium - dat ik weldra moest zien te beklimmen. Ik keek naar Marike Jager die het ook gelukt was, en luisterde naar haar geweldige muziek.
De uitzending was begonnen. Ik moest binnen niet al te lange tijd op. Een vreemde kalmte - van het ijzige, volhardende soort - overviel me.
Luistert u allen aanstaande vrijdag, van 20.00 u tot 22.00 u bij de Avonden op radio 6, hoe dit afloopt....
vrijdag 12 december 2008
Afzien!
Vanaf zijn gouden zetel in Spanje - tussen de fruitbomen - kijkt Hij naar Jeetje in het koude Amsterdam, met een glimlach om zijn mond, en knikt daarbij goedkeurend omdat Hij ziet dat Jeetje besluit haar boterham met appelstroop tóch op te eten. Dat doet Hem goed, ontzettend goed, hij wordt pas echt gelukkig als zij een boterham eet, dus eet Jeetje. Om Hem gelukkig te maken. Haar toeschouwer.
Morgen met zuurkool proberen. Geloven moet tenslotte afzien zijn. Dat moet Jeetje ook leren.
Morgen met zuurkool proberen. Geloven moet tenslotte afzien zijn. Dat moet Jeetje ook leren.
De avond van het korte verhaal
Een leuk literair evenement zondag in Desmet , of te beluisteren op radio 6. En ook ik zal een kort verhaal voorlezen!
donderdag 11 december 2008
4 dingen
1.'Kan een papa ook weleens een meisje zijn?' vraagt Jeetje.
'Nee, dat kan niet.'
'Waarom kan dat niet?'
'Papa's hebben piemels. Mama's hebben vagina's. Altijd.'
Zo duid ik even - glashelder - het verschil tussen de papa's en de mama's. (En daarmee de ongelijkheid. De strijd. Het eeuwige conflict. De liefde. Samensmelting.)
'Mammie?' vraagt Jeetje.
2. Alice Munro - De liefde van een goede vrouw, Stilte - er weer op nageslagen. Verhalen die lezen als korte romans. Verhalen die heen en weer schieten in de tijd. Gecomprimeerd. Doordacht. Intelligent. Suggestief. Subtiel. Deze Canadese schrijfster was een grote inspiratiebron toen ik H.B.V.D.K schreef. Zo iemand die een luikje opende en daarmee zicht gaf op een heel nieuwe wereld. Nu lijkt ze het opnieuw te gaan doen.
3. Ik ben nog steeds afgeschermd van de buitenwereld. En wil dat ook graag tegen iedereen vertellen. Ik snap onze oude bovenbuurvrouw wel. Nooit oordelen over mensen, voor je het weet ben je zelf doof. Misschien gaan mijn oren nooit meer open.
4. Jeetje noemt me nu al de hele dag 'Mammie.'
'Nee, dat kan niet.'
'Waarom kan dat niet?'
'Papa's hebben piemels. Mama's hebben vagina's. Altijd.'
Zo duid ik even - glashelder - het verschil tussen de papa's en de mama's. (En daarmee de ongelijkheid. De strijd. Het eeuwige conflict. De liefde. Samensmelting.)
'Mammie?' vraagt Jeetje.
2. Alice Munro - De liefde van een goede vrouw, Stilte - er weer op nageslagen. Verhalen die lezen als korte romans. Verhalen die heen en weer schieten in de tijd. Gecomprimeerd. Doordacht. Intelligent. Suggestief. Subtiel. Deze Canadese schrijfster was een grote inspiratiebron toen ik H.B.V.D.K schreef. Zo iemand die een luikje opende en daarmee zicht gaf op een heel nieuwe wereld. Nu lijkt ze het opnieuw te gaan doen.
3. Ik ben nog steeds afgeschermd van de buitenwereld. En wil dat ook graag tegen iedereen vertellen. Ik snap onze oude bovenbuurvrouw wel. Nooit oordelen over mensen, voor je het weet ben je zelf doof. Misschien gaan mijn oren nooit meer open.
4. Jeetje noemt me nu al de hele dag 'Mammie.'
woensdag 10 december 2008
Lachen
Ik kan in normale doen al ternauwernood nadenken. En alles onder controle houden. Nu vliegen mijn gedachten helemaal de pan uit.
De dokter zegt dat mijn bijholtes ontstoken zijn. Is het hele lichaam geen grote bijholte? Ik heb antibiotica gekregen. Maar ik heb geen zin en vooral geen tijd om ziek te zijn. Het maakt me nerveus. Omdat de tijd verstrijkt. En ik erbij zit en ernaar kijk vanuit de cocon die mijn hoofd is. Nu valt me pas goed op hoe levenslustig zo'n kind eigenlijk is. En hoe aanwezig. Hoeveel lawaai het maakt. Al hoor ik alles gedempt. Moet je nagaan. Het zit ook geen seconde stil. Je zou moeten zien hoe het hier tegenover me aan tafel zit te schateren. Zo heb ik eigenlijk allang niet meer gelachen. Met die intensiteit.
De dokter zegt dat mijn bijholtes ontstoken zijn. Is het hele lichaam geen grote bijholte? Ik heb antibiotica gekregen. Maar ik heb geen zin en vooral geen tijd om ziek te zijn. Het maakt me nerveus. Omdat de tijd verstrijkt. En ik erbij zit en ernaar kijk vanuit de cocon die mijn hoofd is. Nu valt me pas goed op hoe levenslustig zo'n kind eigenlijk is. En hoe aanwezig. Hoeveel lawaai het maakt. Al hoor ik alles gedempt. Moet je nagaan. Het zit ook geen seconde stil. Je zou moeten zien hoe het hier tegenover me aan tafel zit te schateren. Zo heb ik eigenlijk allang niet meer gelachen. Met die intensiteit.
dinsdag 9 december 2008
Schrijvers en dokters
Jeetje (3) heeft drie dokterskoffers gekregen van sinterklaas. De goede man voedt haar obsessie met leven en dood. Nu loopt ze standaard met stethoscopen rond haar nek. De poppen en ik worden verbonden, ingespoten, gedotterd. De pinguinknuffel kon helaas niet meer gered worden.
'Maak 'm maar even beter,' zeg ik.
'Dood is dood!' zeg Jeetje. 'Dan kun je niet meer levend worden.'
Gezamenlijk zoeken we een kistje.
Toen ze twee was begon haar roeping. Al probeer ik haar blik regelmatig te verruimen: 'je kunt bijvoorbeeld ook kunstschilder worden, Jeetje, of danseres, of circusartiest?'
'Ik word dokter, mama.'
'Je gaat eerst maar eens naar de basisschool, liefje.'
'Ik wil meteen naar de dokter-school.'
Ik ben bang dat die roeping serieus is. Ik kan me niet anders herinneren dan dat ik schrijver wilde worden. Eigenlijk had ik geen keuze. Het lijkt alsof Jeetje ook geen keuze heeft.
Maar wat drijft haar nu?
Jeetje plakt de pleisters maar de pleisters mogen niet op haar geplakt worden.
Jeetje is nooit ziek, ook als ze wel ziek is. Jeetje geneest de zieken, opdat zij zelf nooit ziek wordt. Ze leeft in de veronderstelling dat dokters niet ziek worden, geen pijn hebben en nooit doodgaan. Zou ik iets dergelijks ook met schrijvers hebben gehad?
'Maak 'm maar even beter,' zeg ik.
'Dood is dood!' zeg Jeetje. 'Dan kun je niet meer levend worden.'
Gezamenlijk zoeken we een kistje.
Toen ze twee was begon haar roeping. Al probeer ik haar blik regelmatig te verruimen: 'je kunt bijvoorbeeld ook kunstschilder worden, Jeetje, of danseres, of circusartiest?'
'Ik word dokter, mama.'
'Je gaat eerst maar eens naar de basisschool, liefje.'
'Ik wil meteen naar de dokter-school.'
Ik ben bang dat die roeping serieus is. Ik kan me niet anders herinneren dan dat ik schrijver wilde worden. Eigenlijk had ik geen keuze. Het lijkt alsof Jeetje ook geen keuze heeft.
Maar wat drijft haar nu?
Jeetje plakt de pleisters maar de pleisters mogen niet op haar geplakt worden.
Jeetje is nooit ziek, ook als ze wel ziek is. Jeetje geneest de zieken, opdat zij zelf nooit ziek wordt. Ze leeft in de veronderstelling dat dokters niet ziek worden, geen pijn hebben en nooit doodgaan. Zou ik iets dergelijks ook met schrijvers hebben gehad?
maandag 8 december 2008
De jonggestorvenen
Ik las de laatste stukjes van Jan van Mersbergen op een rij. Ik ken niet zoveel jong gestorvenen - misschien wel geen - dacht ik, en meteen reed er een dikke jongen in rolstoel door mijn beeld. Hij scheurde door de gangen van school. Met een vette grijns op zijn gezicht. En een baseballpet op zijn kop. Op een dag waren zijn benen weg. Maar hij bleef gewoon luidruchtig en maakte grapjes waar hij zelf smakelijk om lachte. Hij zwaaide naar me en riep altijd: Hee Gurts!
En ik riep Hee Gurts terug. Omdat zijn achternaam op die van mij leek. Maar je spelde het anders. Op een dag was hij helemaal weg. Uit het plaatje verdwenen. En gingen de lessen gewoon door. En mijn leven ook. En ik vergat hem.
Tot hij net weer naar me zwaaide Hee Gurts, je kent mij, toch! En die en die en die en die... Hij lachte er hard bij en was niets veranderd.
En ik riep Hee Gurts terug. Omdat zijn achternaam op die van mij leek. Maar je spelde het anders. Op een dag was hij helemaal weg. Uit het plaatje verdwenen. En gingen de lessen gewoon door. En mijn leven ook. En ik vergat hem.
Tot hij net weer naar me zwaaide Hee Gurts, je kent mij, toch! En die en die en die en die... Hij lachte er hard bij en was niets veranderd.
zondag 7 december 2008
Verkeersbericht.
Door een versperring op de slijmerige weggedeelten - mogelijk door virusvorming - is er een enorme file ontstaan in het hoofd van Elke Geurts. Bij de op- en afritten (neusgaten, oorbuizen) is al het verkeer gestremd. De wegen zijn tijdelijk afgesloten. Men wordt dringend geadviseerd binnen te blijven.
Of een heel eind om te rijden.
Of een heel eind om te rijden.
zaterdag 6 december 2008
Moeder
'Ik doe dit niet hoor!' Moeder gooit de bouwtekening terzijde. Je moet moeder geen huizen in elkaar laten zetten op de vroege ochtend. Nooit eigenlijk.
'Wacht maar gewoon tot papa beneden is,' zegt moeder.
'Waarom?'
'Mama kan het niet.'
'O, maar ik wel.'
'Mama kan het wel, maar ze heeft gewoon geen zin.'
'Waarom niet?'
'Mama háát playmobil. Echt waar.'
'?'
'Nee, dat is onzin. Mama roept maar wat. Mama is heel ongeduldig. Omdat ze erg verkouden is.'
'?'
'Maar we moeten nu eerst iets eten. En iets drinken, trouwens.'
'Ik heb geen honger. En geen dorst.'
's Morgens moet je iets eten, Jeetje, anders word je ziek.'
'Ik word niet ziek.'
'Jawel, héél ziek.'
'?'
'Och, dat is ook onzin. Het zit zo, Jeetje. We moeten een basis hebben van waaruit we opereren. Eten is onze benzine. Anders rijden we niet. En koffie ook, trouwens. Mama moet eerst koffie.'
'Ik zet wel even koffie voor jou.' Jeetje verdwijnt en komt even later terug met een minikopje, op een mini dienblaadje.
Als dat maar voldoende is voor moeder.
'Wacht maar gewoon tot papa beneden is,' zegt moeder.
'Waarom?'
'Mama kan het niet.'
'O, maar ik wel.'
'Mama kan het wel, maar ze heeft gewoon geen zin.'
'Waarom niet?'
'Mama háát playmobil. Echt waar.'
'?'
'Nee, dat is onzin. Mama roept maar wat. Mama is heel ongeduldig. Omdat ze erg verkouden is.'
'?'
'Maar we moeten nu eerst iets eten. En iets drinken, trouwens.'
'Ik heb geen honger. En geen dorst.'
's Morgens moet je iets eten, Jeetje, anders word je ziek.'
'Ik word niet ziek.'
'Jawel, héél ziek.'
'?'
'Och, dat is ook onzin. Het zit zo, Jeetje. We moeten een basis hebben van waaruit we opereren. Eten is onze benzine. Anders rijden we niet. En koffie ook, trouwens. Mama moet eerst koffie.'
'Ik zet wel even koffie voor jou.' Jeetje verdwijnt en komt even later terug met een minikopje, op een mini dienblaadje.
Als dat maar voldoende is voor moeder.
vrijdag 5 december 2008
Dé dag.
's Ochtends verlaat ze zingend het huis, 's avonds komt ze zingend het huis weer in.
Van verre hoort men Jeetje aankomen. Al weken.
'tis een vreemdeling zeker, die verdwaald is zeker!'
Zo fietsen we langs de Amstel. We zien die maan inderdaad door de bomen schijnen. Jeetje zingt voort, in regen- en hagelbuien. En ook als we in colonne bij het stoplicht staan.
Maar vandaag is het zover. Veel te vroeg zijn we wakker.
'Vol verwachting klopt mijn hart,' zingt Jeetje schor.
Vandaag is de dag waar wij naartoe geleefd hebben.
Sinterklaas zal hedenochtend Jeetjes crèche 'Het Marsepeintje' bezoeken.
Vandaag is hij jarig.
'Maar wanneer is zwarte piet dan jarig?' vraagt Jeetje aan het ontbijt.
Van verre hoort men Jeetje aankomen. Al weken.
'tis een vreemdeling zeker, die verdwaald is zeker!'
Zo fietsen we langs de Amstel. We zien die maan inderdaad door de bomen schijnen. Jeetje zingt voort, in regen- en hagelbuien. En ook als we in colonne bij het stoplicht staan.
Maar vandaag is het zover. Veel te vroeg zijn we wakker.
'Vol verwachting klopt mijn hart,' zingt Jeetje schor.
Vandaag is de dag waar wij naartoe geleefd hebben.
Sinterklaas zal hedenochtend Jeetjes crèche 'Het Marsepeintje' bezoeken.
Vandaag is hij jarig.
'Maar wanneer is zwarte piet dan jarig?' vraagt Jeetje aan het ontbijt.
donderdag 4 december 2008
Aan Willem
Hoi, beste Willem,
'Wie is die Willem toch?' vragen mensen mij regelmatig, 'die Willem uit Wanssum.'
'Willem kómt niet uit Wanssum,' zeg ik dan.
'Precies! Die,' zeggen ze. 'Die altijd op je blog reageert.'
'Hij wel, ja,' zeg ik. 'Hij wel.'
'Waar ken jij hem van?'
Tot nu toe moest ik altijd zeggen dat ik jou nog nooit gezien had. Maar sinds afgelopen zaterdag is dat verleden tijd. Ik herkende je meteen. Mijn Willem. We stonden in de coulisse van het Lindenbergtheater. Rond middernacht. We kletsten. Je gaf me een flesje water. Je gaf Walter van den Berg een flesje water. En even later gaf je ook St. Paul water. We bloeiden op als bloemetjes.
Na mijn optreden hebben we nog een tijdje samen achter het gordijn gestaan. We luisterden naar Walter. Ik wist dat ik snel weg moest. Omdat de auto die mij naar huis bracht, wachtte. Ik vond dat jammer. Ik had veel langer daar met je willen staan luisteren. In het donker. Maar het was laat. En morgen weer een optreden. Van die dingen.
Liefs, Elke.
ps: Ik zit eraan te denken voortaan al mijn blogs aan jou te richten.
'Wie is die Willem toch?' vragen mensen mij regelmatig, 'die Willem uit Wanssum.'
'Willem kómt niet uit Wanssum,' zeg ik dan.
'Precies! Die,' zeggen ze. 'Die altijd op je blog reageert.'
'Hij wel, ja,' zeg ik. 'Hij wel.'
'Waar ken jij hem van?'
Tot nu toe moest ik altijd zeggen dat ik jou nog nooit gezien had. Maar sinds afgelopen zaterdag is dat verleden tijd. Ik herkende je meteen. Mijn Willem. We stonden in de coulisse van het Lindenbergtheater. Rond middernacht. We kletsten. Je gaf me een flesje water. Je gaf Walter van den Berg een flesje water. En even later gaf je ook St. Paul water. We bloeiden op als bloemetjes.
Na mijn optreden hebben we nog een tijdje samen achter het gordijn gestaan. We luisterden naar Walter. Ik wist dat ik snel weg moest. Omdat de auto die mij naar huis bracht, wachtte. Ik vond dat jammer. Ik had veel langer daar met je willen staan luisteren. In het donker. Maar het was laat. En morgen weer een optreden. Van die dingen.
Liefs, Elke.
ps: Ik zit eraan te denken voortaan al mijn blogs aan jou te richten.
woensdag 3 december 2008
Vrolijke Flierefluiters
Vannacht dacht ik aan de Vrolijke Flierefluiter die ik ben geweest.
Ik maakte deel van een club van vier: De Vrolijke Flierefluiters. Brede witte elastieken met die naam erop geschreven, knelden om ons voorhoofd. Drukten onze gezichten in elkaar. De eerste bijeenkomst van de club, was bij een Vrolijke Flierefluiter thuis, in de garage.
We gingen op onderzoek uit. De Vrolijke Flierefluiters vonden al gauw een doos met boekjes. We begonnen ze koortsachtig door te bladeren. Blauw geaderde fallussen verrezen. Roze mensen kronkelden in vreemde bochten. De damp kwam van de boekjes af.
De tweede bijeenkomst van de Vrolijke Flierefluiters was weer daar, besloten we.
Door de achterdeur liepen we naar binnen, de elastieken al om, als indianen. De Vrolijke Flierefluiter zat nog te eten met haar familie - ze at met haar handen, viel mij op - toen haar vader ineens opstond.
'Kom, snel!' riep ze. Even later renden de Vrolijke Flierefluiters joelend door het huis. De vader schreeuwend achter ons aan. Door de voordeur ontsnapten we. Zij had geen jas aan. Maar zwoer dat ze het niet koud had.
We hielden de club die avond in het speeltuintje. Bij de glijbaan. We hielden het snel voor gezien, deze keer. En togen naar huis. Ik weet nog dat de Vrolijke Flierefluiter zonder jas ons uiteengaan probeerde te rekken. Maar we gingen. Elk naar ons eigen huis.
Ik maakte deel van een club van vier: De Vrolijke Flierefluiters. Brede witte elastieken met die naam erop geschreven, knelden om ons voorhoofd. Drukten onze gezichten in elkaar. De eerste bijeenkomst van de club, was bij een Vrolijke Flierefluiter thuis, in de garage.
We gingen op onderzoek uit. De Vrolijke Flierefluiters vonden al gauw een doos met boekjes. We begonnen ze koortsachtig door te bladeren. Blauw geaderde fallussen verrezen. Roze mensen kronkelden in vreemde bochten. De damp kwam van de boekjes af.
De tweede bijeenkomst van de Vrolijke Flierefluiters was weer daar, besloten we.
Door de achterdeur liepen we naar binnen, de elastieken al om, als indianen. De Vrolijke Flierefluiter zat nog te eten met haar familie - ze at met haar handen, viel mij op - toen haar vader ineens opstond.
'Kom, snel!' riep ze. Even later renden de Vrolijke Flierefluiters joelend door het huis. De vader schreeuwend achter ons aan. Door de voordeur ontsnapten we. Zij had geen jas aan. Maar zwoer dat ze het niet koud had.
We hielden de club die avond in het speeltuintje. Bij de glijbaan. We hielden het snel voor gezien, deze keer. En togen naar huis. Ik weet nog dat de Vrolijke Flierefluiter zonder jas ons uiteengaan probeerde te rekken. Maar we gingen. Elk naar ons eigen huis.
dinsdag 2 december 2008
Snik
Na alle aandacht, een dompertje. Mijn Dolaatje staat niet op de shortlist van de Debutantenprijs. Het zal voor haar bij de longlist blijven.
Band voor het leven
We hebben een half uur tijd in de coffeecompagnie. Om bij te kletsen.
We komen van oorsprong uit hetzelfde dorp. We zaten op dezelfde lagere school.
Wij weten over wie het gaat als we King Kong zeggen. Wij kunnen de gedichten nog opdreunen die we van hem uit ons hoofd moesten leren. Maar vooral zien we de jongen - dik, dyslectisch, van wie de moeder dood was - voor de klas staan stotteren. Omdat hij het gedicht wéér niet kende en King Kong hem altijd naar voren riep, en dan een 1 gaf. Of een 3. Wij hebben het meisje nog op ons netvlies dat door de meester op haar kop in de prullenbak werd gezet. Naast de lessenaar. Wij weten hoe het is om een half jaar achtereen te moeten borduren met handenarbeid. Aan een plaatje van een grijze muis achter een wandelwagen. En dan een 6- krijgen omdat de achterkant niet netjes is afgewerkt. (De jongens moesten figuurzagen.) Wij kennen meneer pastoor die ons dia's toonde van arme, zwarte kinderen met vliegen in hun ooghoeken, en opgeblazen buiken. Wij zagen hoe Hij ze aan het redden was. De pastoor was een echt goed mens. En dat konden wij misschien ook wel worden, later. Als we goed ons best deden. En goede cijfers haalden. En goed luisterden. Maar de vliegen, die joeg hij nooit weg uit die ogen.
We komen van oorsprong uit hetzelfde dorp. We zaten op dezelfde lagere school.
Wij weten over wie het gaat als we King Kong zeggen. Wij kunnen de gedichten nog opdreunen die we van hem uit ons hoofd moesten leren. Maar vooral zien we de jongen - dik, dyslectisch, van wie de moeder dood was - voor de klas staan stotteren. Omdat hij het gedicht wéér niet kende en King Kong hem altijd naar voren riep, en dan een 1 gaf. Of een 3. Wij hebben het meisje nog op ons netvlies dat door de meester op haar kop in de prullenbak werd gezet. Naast de lessenaar. Wij weten hoe het is om een half jaar achtereen te moeten borduren met handenarbeid. Aan een plaatje van een grijze muis achter een wandelwagen. En dan een 6- krijgen omdat de achterkant niet netjes is afgewerkt. (De jongens moesten figuurzagen.) Wij kennen meneer pastoor die ons dia's toonde van arme, zwarte kinderen met vliegen in hun ooghoeken, en opgeblazen buiken. Wij zagen hoe Hij ze aan het redden was. De pastoor was een echt goed mens. En dat konden wij misschien ook wel worden, later. Als we goed ons best deden. En goede cijfers haalden. En goed luisterden. Maar de vliegen, die joeg hij nooit weg uit die ogen.
maandag 1 december 2008
Blanco
Ik had dit weekend vijf optredens, in vier verschillende steden. Mijn werk werd twee keer publiekelijk geprezen. Op zaterdagavond door Siem Bakker, jurylid van de Nieuw Proza Prijs. En op zondagmiddag door Tommy Wieringa. Vannacht om 02.30 u werd ik er wakker van. Klaarwakker. Omdat ik niet wist niet waar ik met al die aandacht naartoe moest. Het was buitenproportioneel veel. Voor mijn doen. Ik breng het meest van mijn tijd alleen door, achter mijn computer.
Het was niet mis wat ze allemaal over mijn verhalen zeiden, echt niet. Alsof Elke Geurts iemand anders was.
Elke Geurts zat op een stoel en luisterde. Elke Geurts liep naar voren en sprak door een microfoon. Dat moet ze nog een beetje leren. Elke Geurts las voor. Elke Geurts nam een prijs in ontvangst. Elke Geurts signeerde haar boeken. Voor Maria, groetjes van Elke Geurts. Voor Johan, alle goeds, Elke Geurts. Voor Charles, leuk je hier weer te zien, Elke.
Vannacht moest ik al deze informatie in één keer verwerken. Dat was niet te doen. Totdat in het kamertje naast me - 04.00 u hebben we het over -, het zingen begon: 'Zwarte piet ging uit fietsen, toen klapte zijn band. Toen moest hij gaan lopen met de fiets aan zijn hand...'
Luisterend naar het verkouden stemgeluid van Jeetje, dommelde ik weer in.
Dit weekend zag Jeetje thuis overal zwarte handjes, en hoorde zwarte geluidjes. Als ik tussendoor thuis was, lag ik blanco op bed naar het plafond te kijken, of ik zat blanco in de keuken naar de nieuwe verwarmingsketel te staren.
Het was niet mis wat ze allemaal over mijn verhalen zeiden, echt niet. Alsof Elke Geurts iemand anders was.
Elke Geurts zat op een stoel en luisterde. Elke Geurts liep naar voren en sprak door een microfoon. Dat moet ze nog een beetje leren. Elke Geurts las voor. Elke Geurts nam een prijs in ontvangst. Elke Geurts signeerde haar boeken. Voor Maria, groetjes van Elke Geurts. Voor Johan, alle goeds, Elke Geurts. Voor Charles, leuk je hier weer te zien, Elke.
Vannacht moest ik al deze informatie in één keer verwerken. Dat was niet te doen. Totdat in het kamertje naast me - 04.00 u hebben we het over -, het zingen begon: 'Zwarte piet ging uit fietsen, toen klapte zijn band. Toen moest hij gaan lopen met de fiets aan zijn hand...'
Luisterend naar het verkouden stemgeluid van Jeetje, dommelde ik weer in.
Dit weekend zag Jeetje thuis overal zwarte handjes, en hoorde zwarte geluidjes. Als ik tussendoor thuis was, lag ik blanco op bed naar het plafond te kijken, of ik zat blanco in de keuken naar de nieuwe verwarmingsketel te staren.
Abonneren op:
Posts (Atom)