Jeetje (3) heeft drie dokterskoffers gekregen van sinterklaas. De goede man voedt haar obsessie met leven en dood. Nu loopt ze standaard met stethoscopen rond haar nek. De poppen en ik worden verbonden, ingespoten, gedotterd. De pinguinknuffel kon helaas niet meer gered worden.
'Maak 'm maar even beter,' zeg ik.
'Dood is dood!' zeg Jeetje. 'Dan kun je niet meer levend worden.'
Gezamenlijk zoeken we een kistje.
Toen ze twee was begon haar roeping. Al probeer ik haar blik regelmatig te verruimen: 'je kunt bijvoorbeeld ook kunstschilder worden, Jeetje, of danseres, of circusartiest?'
'Ik word dokter, mama.'
'Je gaat eerst maar eens naar de basisschool, liefje.'
'Ik wil meteen naar de dokter-school.'
Ik ben bang dat die roeping serieus is. Ik kan me niet anders herinneren dan dat ik schrijver wilde worden. Eigenlijk had ik geen keuze. Het lijkt alsof Jeetje ook geen keuze heeft.
Maar wat drijft haar nu?
Jeetje plakt de pleisters maar de pleisters mogen niet op haar geplakt worden.
Jeetje is nooit ziek, ook als ze wel ziek is. Jeetje geneest de zieken, opdat zij zelf nooit ziek wordt. Ze leeft in de veronderstelling dat dokters niet ziek worden, geen pijn hebben en nooit doodgaan. Zou ik iets dergelijks ook met schrijvers hebben gehad?
dinsdag 9 december 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten