We hebben een half uur tijd in de coffeecompagnie. Om bij te kletsen.
We komen van oorsprong uit hetzelfde dorp. We zaten op dezelfde lagere school.
Wij weten over wie het gaat als we King Kong zeggen. Wij kunnen de gedichten nog opdreunen die we van hem uit ons hoofd moesten leren. Maar vooral zien we de jongen - dik, dyslectisch, van wie de moeder dood was - voor de klas staan stotteren. Omdat hij het gedicht wéér niet kende en King Kong hem altijd naar voren riep, en dan een 1 gaf. Of een 3. Wij hebben het meisje nog op ons netvlies dat door de meester op haar kop in de prullenbak werd gezet. Naast de lessenaar. Wij weten hoe het is om een half jaar achtereen te moeten borduren met handenarbeid. Aan een plaatje van een grijze muis achter een wandelwagen. En dan een 6- krijgen omdat de achterkant niet netjes is afgewerkt. (De jongens moesten figuurzagen.) Wij kennen meneer pastoor die ons dia's toonde van arme, zwarte kinderen met vliegen in hun ooghoeken, en opgeblazen buiken. Wij zagen hoe Hij ze aan het redden was. De pastoor was een echt goed mens. En dat konden wij misschien ook wel worden, later. Als we goed ons best deden. En goede cijfers haalden. En goed luisterden. Maar de vliegen, die joeg hij nooit weg uit die ogen.
dinsdag 2 december 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten