Een afdwalende geest maakt somber. Zelfs als de gedachten zich naar iets leuks begeven, raken mensen daardoor niet in een beter humeur dan wanneer ze zich waren blijven concentreren. En als de gedachten naar iets neutraals of vervelends afdwalen, gaan mensen zich slechter voelen, zo stond vrijdag in Science.
Gisteren zag ik de documentaire 'Reïncarnation' op het Idfa. Over een Tibetaanse vader en zoon. Regelmatig werd gezegd dat het pure geluk 'm zat in totale aanwezigheid.
Ik kan me alleen voorstellen dat het fijn moet zijn als je helemaal aanwezig bent bij wat je doet. Ik kan alleen maar kijken naar de mensen die aanwezig zijn. Ik kan denken aan degenen die enkel zwemmen als ze zwemmen, eten als ze eten en lezen als ze lezen. Ik kan mij hun aardse geluk voorstellen. Maar meer kan ik niet.
Ik word pas somber van het proberen niet af te dwalen. Dieptriest zelfs.
Naast mij in de bioscoop zat een hoogbejaarde vrouw in een bontjas. Totaal afgedwaald. Ze snurkte als een gek. Dat leidde me af. En als ze even niet snurkte, de gedachte dat ze misschien dood was.
vrijdag 19 november 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
Och ja... je wordt er droevig van, van al dat aanwezig moeten zijn wat je toch niet lukt... Heel aanwezig in je afwezigheid telt vast ook weer niet.
Dagdromen ligt ten grondslag aan de menselijke creativiteit, zegt Jerome Singer van Yale University al jaren. Stond er ook bij.
godzijdank
meest verhelderend wetenschappelijk onderzoek sinds tijden.
Een reactie posten