donderdag 18 november 2010

Hoe ver gaan we?

We zitten samen aan de dis, man en ik, ergens halverwege de zestig ben ik en hij is iets in de zeventig, we roeren in ons eten. En we roeren maar. Geen hap gaat er naar binnen. Omdat Jeetje en Deetje zojuist samen de wereld hebben verlaten. Nergens, helemaal nergens, op deze aardbol is nog een spoor van hen te vinden. We willen er niet verder over nadenken. Maar we kunnen niet anders.
'Vroeger was een waddeneiland al ver,' zegt man.
'Ik liftte ooit met een vriendin naar Portugal,' zeg ik. 'Nou, dat was wat.'
De jongvolwassene van nu reist minimaal een half jaar de wereld rond, Aziƫ, Australiƫ en Nieuw Zeeland. En dan heb je natuurlijk de dreiging dat ze blijven. Dat ze de vermaledijde 'liefde' vinden en besluiten zich ergens aan de andere kant van de wereld te vestigen. Dat is ook vervelend voor de ouders. Het is ver. Maar ze zijn tenminste bereikbaar.
Wat moet je als je kinderen besluiten dat ze absoluut - fysiek -los willen komen van de aarde en dat dat gewoon kan?
'It's a life changing experiment, mam!' vertelt Jeetje mij. 'Deze weken voor maar 1000 EU.'
'We have to go, mom,' zegt Deetje, 'Big sista en ik.'
'It's safe hoor,' zegt die grote zus nog snel. 'Sooo safe.'
'Don't worry, be happy mom and dad,' zegt Deetje.
(Ik weet niet waarom mijn dametjes Engels blijken te praten trouwens. Het zou best kunnen dat man en ik, onze generatie, de laatsten zijn die de NL taal nog bezigen.)
Maar wat moet je als retourtjes ruimte gemeengoed worden? Zie ons zitten aan de dis, roerend in de prut, alleen maar hopend dat het geen enkeltje wordt.
'There is skype,' heeft Jeetje nog gezegd, 'we can skype in space.'
Man en ik hebben het geprobeerd, maar we kunnen de verbinding niet tot stand brengen.

Geen opmerkingen: