Jeetje en ik zijn in de badkamer. Het ging over iets waar ik te oud voor was. Ik weet niet meer waar ik ook al weer te oud voor was. Ik weet alleen dat ik ook vond dat ik er te oud voor was.
'Ja,' zei Jeetje. 'Jij hebt al rimpels op je voorhoofd.'
'Op m'n voorhoofd niet toch?"
'Jawel, daar en daar en daar.'
'O, ja.'
'En dáár ook.' Ze wijst naar mijn mondhoeken en tekent twee verticale strepen in de lucht. Ik zit op de badrand en zij staat vanaf een klein afstandje naar me te turen. Met haar ogen samengeknepen. Dan wijst ze.
'Bij je ogen,' zegt ze. Met haar vingertjes maakt ze kleine krioelende gebaartjes. Alsof ze aan het luchttypen is.
Ik knik. 'Kom, je gaat tandenpoetsen.'
Ze poetst haar tanden.
'Zijn ze wit?' vraagt ze halverwege. Ze klemt haar gebit op elkaar.
'Ja, prachtig,' zeg ik.
'De jouwe niet,' zegt ze. 'De jouwe zijn bruin, met geel en oranje.'
Dan poetst ze aandachtig verder.
zondag 21 november 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten