We hebben het de laatste tijd veel over afkomst en hoe dat je leven bepaalt. Net luisterde ik naar een radiointerview met een schrijfster die van adel is. Je pikt ze er meteen uit, zei ze. Je herkent ze aan de vanzelfsprekendheid te mogen bestaan. Aan de ruimte die ze innemen.
Dat is inderdaad zo, ik herken ze ook direct. Wie uit een gegoede familie komt en wie niet.
Ik niet.
We hebben het gehad over plakken leverworst met augurk op verjaardagsfeesten. Over fabrieksarbeiders en boeren die zeggen: Eten in sterrenrestaurant is niet voor ons soort mensen.
Ook daar kom ik niet vandaan. Al aten we vanzelfsprekend nooit in sterrenrestaurants. Wij waren tegen plakken leverworst met augurk.
Ik ben geen boerin.
Gisterenavond nog zei man tegen mij: 'jij kunt best in therapie. Je hoeft alleen maar te zeggen dat je uit Limburg komt.'
vrijdag 28 september 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Het zou een bij wet geregelde plicht moeten zijn, dat elke voorvader zijn nazaten dat gevoel meegeeft: "de vanzelfsprekendheid te mogen bestaan".
Het lijkt me een heerlijk gevoel.
Ze moeten dat gevoel zelf kennen denk ik. Om het door te geven. Maar gelijk heb je. Een belangrijke taak is het.
Een reactie posten