De baliemedewerker schiet in de lach zodra ik het CREA-gebouw binnenloop, happend aan een peer. Ik moet ook lachen. Waarom weet ik eigenlijk niet. Lachen is nu eenmaal aanstekelijk.
'Jij hebt goede voornemens gemaakt dit jaar, zegt hij. 'Een heel nieuw imago!' Hij wijst naar de peer en naar mijn sjaal.
'Hoezo?'
'Ik ben van jou geen kleur gewend,' zegt hij.
'Mijn zwarte das heb ik ergens laten liggen, dus ik moest deze wel om.'
'Ja, zwart, dat past jou wel,' zegt hij. 'Zwart. Maar kleur...'
Ik kijk naar mezelf met die gezonde peer in mijn mond, de enorme bontgekleurde sjaal om mijn nek, het knotje op mijn kop, de bril op mijn neus. De lerarentas om mijn schouder.
Na de les sta ik na te praten met een cursist die Het besluit van Dola Korstjens gelezen heeft.
'En? Wat vond je ervan?'
'Nou,' zegt hij. En het blijft gevaarlijk stil.
'O,' zeg ik.
'Het titelverhaal vond ik mooi,' zegt hij dan. 'Het had de sfeer van Amélie Poulain. Maar dan precies de andere kant op. Helemaal grijs.'
'Grijs?'
'Het zijn geen verhalen waar je goed van slaapt,' zegt de cursist. 'Het is allemaal zo grijs en zwart. Word je volgende boek wel wat kleuriger? Stop je er meer kleur in?'
Ik denk aan het zwartgeblakerde gebied in de Schoorlse duinen waar mijn personage momenteel doorheen banjert. De hoopjes as. De verbrande bomen. Verlangend naar een andere kleur. Ik kan hem niets beloven.
donderdag 10 januari 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten