Op oudejaarsavond waren we bij vrienden. Hun zoon van zeven en hun dochter van vijf waren met Jeetje (7) en Deetje (2) boven aan het spelen. Omdat ik op een gegeven moment gekrijs en gegil hoorde, nam ik een kijkje in de kleine slaapkamer.
'Zij maakt er een chaos van hier. Ze moet weg. Nee, ze moet dood!' Het hoofd van de jongen was rood. Zijn vinger wees naar zijn zusje.
'Ik kàn helemaal niet dood,' lachte zij terwijl ze op het logeerbed heen en weer aan het springen was.
'O jawel, dat kan jij wel!'
'Ja, dat kan jij wel,' voegde Jeetje eraan toe. 'Jij kan wel dood hoor.'
'Ik kan jou doodmaken.' De jongen keek zijn zus aan. Zijn ogen tot kleine spleetjes samengeknepen. Zijn tanden op elkaar.
'Ho, ho,' zei ik, 'dat is niet vriendelijk. Zo praten we niet met elkaar. Wat is er aan de hand?'
'Zij gaat steeds op ons allemaal zitten,' zei Jeetje boos.
'Is het waar? Ga jij steeds op iedereen zitten?' vroeg ik aan de vijfjarige.
'Je kunt mij lekker toch niet dood maken.' Het meisje stak nu haar tong uit tegen haar broer.
'Ik heb een echte pijl en boog.' De tranen sprongen in zijn ogen. 'Uit Afrika. Weet je nog?'
'Ja hij heeft een pijl en boog,' zei Jeetje. 'Hij kàn je wel doodmaken dus.'
'Ho, ho,' zei ik maar weer.
Toen kwam vader erbij en die nam zijn tegenstribbelende dochtertje mee naar beneden en ik nam Deetje mee die ook meer chaos maakte dan iets anders. Er werd nog even flink gehuild om de splitsing, maar daarna werd er overal in het huis door iedereen zoet gespeeld en bespraken de volwassenen rondom de eettafel hun familietoestanden tijdens de kerst.
dinsdag 1 januari 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten