Er zit nitroglycerine in mijn bloed. Toen ik jaren geleden het toneelstuk Curse of the Starving Class (of was het True West?) van Sam Shepard zag en die term hoorde, wist ik meteen dat dat het explosieve karakter van mijn familie verklaarde.
Mijn familie heeft het, ik heb het en het zit nu ook in het bloed van mijn dochters. Vanavond nog merkte ik iets van de nitroglycerine toen ik tijdens het verschonen van Deetje eerst een klap in mijn gezicht kreeg en hetzelfde handje me daarna een paar keer bij mijn nekvel greep om het flink hard om te draaien.
Ik had gezegd dat ze geen speentje kreeg.
Toen ik boos op haar werd, begon ze te huilen. Ze zei 'solly.'
'Weet je waarom je sorry moest zeggen?'
'Ja, ik heb geknepen en geslagen. En dat mag niet. En ik mag ook niet schoppen,' voegde het meisje op het aankleedkussen er braaf aan toe.
Even later stond ik tegenover Jeetje die naar me siste en haar lip optrok, zoals hondjes dat doen voordat ze gaan bijten. Dat deed ze omdat ik zei dat ze haar tanden moest gaan poetsen.
Nitroglycerine is een van de eerste krachtige springstoffen die werden ontwikkeld, lees ik op wikipedia. Het werd aanvankelijk gebruikt voor tunnelbouw, mijnbouw en dergelijke, maar door de grote gevoeligheid ervan - het kan al exploderen bij een relatief kleine slag, stoot of wrijving - was het vervoer ervan een groot en gevaarlijk probleem.
Onhandig spul dus als dat door je aderen vloeit.
dinsdag 8 januari 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten