maandag 16 februari 2015

Rustpunt

We liepen de gang van het hotel in waar de eerste J.M.A Biesheuvel-prijsuitreiking zou plaatsvinden. De muren en de vloeren waren bekleed met rood-wit-zwarte motieven die allemaal tegelijk op me afkwamen. Hier krijg ik epilepsie van, dacht ik. En meteen begonnen er mensen te vallen. Een oude man viel recht in onze armen. Kort na hem stortte er een jonge vrouw neer. Wie er op die plek  - de overgang van normale wereld, naar hotelgang  - nog meer gevallen is, weet ik niet. We waren inmiddels doorgelopen.
Maarten Biesheuvel en zijn vrouw zaten vooraan in de zaal, de mensen waren binnengestroomd, de temperatuur liep op. Het programma begon.
Voor mij een golvende zee van rechte ruggen en hoofden. In mijn tasje had ik twee opgevouwen a-viertjes. Ik werd aangekondigd. Door een speling van het lot, er was een schrijver geveld door griep, was ik degene die daar over enkele ogenblikken een ode aan het korte verhaal zou staan brengen. Mijn enige zorg: hoe daar ooit terecht te komen.


Geen opmerkingen: