Maarten Biesheuvel en zijn vrouw zaten vooraan in de zaal, de mensen waren binnengestroomd, de temperatuur liep op. Het programma begon.
Voor mij een golvende zee van rechte ruggen en hoofden. In mijn tasje had ik twee opgevouwen a-viertjes. Ik werd aangekondigd. Door een speling van het lot, er was een schrijver geveld door griep, was ik degene die daar over enkele ogenblikken een ode aan het korte verhaal zou staan brengen. Mijn enige zorg: hoe daar ooit terecht te komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten