donderdag 7 mei 2015

Jong of oud

'Kun je geen straf geven?' vraagt de cursiste.
'Stráf?'
'Wil je ons straffen als we het huiswerk niet gemaakt hebben?'
'Ons,' zegt een andere cursiste. 'Lèkker dan.'
We zitten in een carré vorm. Het is de vierde les. De groep is volgens mij jonger dan ik gewend ben, maar leeftijd kan ik nooit helemaal goed inschatten. Dat merk je gaandeweg aan bepaalde dingen.
Dat ze op hun eigen tijd binnendruppelen bijvoorbeeld, dat de koffie in het studentencafé te duur wordt bevonden. Liever een automaat. Soms slepen ze grote weekendtassen met zich mee. In de twee uur dat de les duurt, moet er echt een pauze worden ingelast. In hun teksten figureren hele oude mensen.
'Hoe oud is je personage dan ongeveer?'
'Héél oud. Iets in de dertig denk ik wel'
'Iets in de dertig.'
'Nee, ik denk in de véértig zelfs.
'Tjonge,' zeg ik. 'Dat is kapot oud.'
Ze praten over veertigers met burn-outs, alsof die twee zaken met elkaar verbonden zijn.
Afgeschreven. Uitgedaan. Teleurgesteld. Opgebrand. Geestdood. Gesetteld. Niet meer van deze wereld. Nog net niet in een invalide karretje. Maar daar is eigenlijk alles mee gezegd.

Geen opmerkingen: