maandag 18 mei 2015

Veilig

'Alles wat we van de mens zien, is dood,' zei de geneeskunde student. Hij droeg een spierwit gekreukt colbertje, een knalrode broek en trok steeds aan de bleke huid van zijn arm om ons het dode te laten zien. 'Allemaal hartstikke dood,' grijnsde hij. 'Maar hieronder leeft het.'
Ik was afgezet voor het AMC, de rest van de familie reed alvast door naar een verjaardag die daar vlakbij gevierd werd op een grasveld. Het was hier niets voor kinderen. Buiten scheen de zon, hierbinnen was het donker.
Met een klein groepje stonden we voor een vitrine met een baby op sterk water met een vissenhuid. Het meisje had als het ware overal eelt en als ze zou groeien, barstte ze uit elkaar. Hij vertelde over de pijn waarmee dat openscheuren van de huid gepaard ging en de vele infecties waaraan ze binnen een week zou bezwijken.
'Alles in de buitenwereld is levensgevaarlijk voor ons,' zei hij, 'daarom hebben we een huid.'
We luisterden naar de anatomie verhalen van de geneeskundestudent die ons rondleidde door museum Vrolik in het AMC. Overal te grote baby's in kleine flessen.  Baby's met afwijkingen op sterk water, Siamese tweelingen, organen, skeletten met syfilis, de schedel van een man die een trap van een paard gekregen had. Een versteende buitenbaarmoederlijke zwangerschap. We stonden te kijken bij kinderen die serenen werden genoemd, omdat ze een soort zeemeerminnenstaart hadden in plaats van benen, en daarna bij de cyclopen. Baby's met één oog in het midden van het gezicht en ergens een soort van slurfje dat een neus moest voorstellen.
We zagen het verloop van een zwangerschap op sterk water. De baarmoeder waarin wij allemaal ooit verbleven en ons veilig waanden.
Daarna wandelde ik naar het feest.

Geen opmerkingen: