donderdag 18 oktober 2007

Vrijwel iedereen

'Iedereen woont in Amsterdam toch?', besluit een jongen van een jaar of drie op deze ochtend uitgerekend aan mij te vragen.
'Iedereen hiér woont in Amsterdam ja!' Ik kies mijn woorden zorgvuldig.
'Iedereen woont in Amsterdam,' zegt hij tevreden. (Ik geloof dat hij ook wat dovig was, die jongen. Dat hij binnenkort buisjes zou krijgen of ze net had gekregen. Zoiets. In dat geval functioneerden die buisjes nog niet zo goed) De jongen blijft me maar aankijken.
'Wat moet je nou? Hè! Hè?'
'Iedereen woont in Amsterdam,' zegt hij luid en pakt daarbij, ook met zijn lijf, de hele ruimte. (Het was geloof ik de zoon van een beroemd acteur)
'Vrijwel iedereen.' Ik sla mijn ogen neer, buig mijn hoofd, kus mijn meisje op haar kruin en taai af. Ik fiets terug langs de Amstel, het water golft en glinstert epileptisch in het zonlicht. De regenboog die we op de heenweg nog zagen, is weg.

Geen opmerkingen: