woensdag 9 juli 2014

Zwaaien naar de onzichtbare wereld

De voorstelling de Onzichtbare Man gezien in een loods op het Over het IJ festival. Het wordt verteld door de kunstenaar en de onzichtbare man zelf.
Over de parallelle wereld die wij niet zien maar die er altijd ook is. De illegaal die z'n best doet zo onzichtbaar mogelijk te blijven door zoveel mogelijk verschillende verhalen te vertellen. De ongrijpbare man.
De onmogelijkheid tot echt contact tussen de kunstenaar uit Amsterdam en de illegaal die hier verblijft. De werelden raken elkaar nergens echt. Al leven ze in dezelfde ruimte, werken ze aan hetzelfde kunstproject, de afstand is niet te overbruggen.
Ik moet denken aan het 'contact' met de onzichtbare man die ik ken en die nu al meer dan een jaar verdwenen is. Maar ik kijk nog heel vaak rond of ik hem soms ergens zie. Ook hij belde elke dag met zijn moeder. De illegaal in de voorstelling zei: 'als ik mijn moeder hoor, ben ik thuis.' Ik denk: waar zijn ze gebleven als hun moeder er niet meer is?
We passeren de onzichtbare mensen dagelijks op straat. Waar komen ze vandaan? Waar gaan ze naartoe? Op zoek naar een beter leven. Meestal vragen we ons dat niet af, meestal lopen we er gewoon voorbij. In de voorstelling wordt ook korte metten gemaakt met onze zucht tot het willen 'helpen' van de illegaal. Uit schuldgevoel of wat dan ook.
De onzichtbare wereld valt mij vaak wel op, beter dan de zichtbare wereld eigenlijk (daar banjer ik vaak doorheen zonder iets te zien). Maar meer dan ernaar zwaaien, doe ik niet.

Geen opmerkingen: