vrijdag 18 juli 2014

Inpakken

Het verschil tussen ons en de andere mensen: papa en ik zijn geen gezelschapsdieren.
Ik denk dat het voor mama beter zou zijn geweest als we dat wel waren. Zij kletst graag. Maar op de dag dat ze het sanitair net weet te vinden en tegen de mensen daar begint aan te praten, vertrekken we. Als ze op de volgende camping eenmaal doorheeft hoe de paadjes lopen, is dat een teken dat we moeten gaan.  Mama vindt namelijk altijd iemand. Ook al staan we op hele kleine campings waar geen hond naartoe gaat omdat het er uitgestorven is, in de wijde omgeving niets te beleven en het landschap eentonig. Naaldbossen. Daar zijn we van gaan houden. 
Terwijl papa en ik de spullen inpakken, gaat mama alvast in onze auto zitten wachten, met de deuren en ramen dicht. Een snelkookpan. Ze kan er absoluut niet tegen als de tent neergaat en ons kamp wordt opgebroken. Soms lijkt het of ze bang is dat we haar vergeten mee te nemen. Zoals dieren dat vaak hebben.  Gelukkig hebben we maar een klein tentje en is het inpakken zo gebeurd.  Papa en ik zijn op elkaar ingespeeld.


Geen opmerkingen: