De kapster kon alleen maar over sigaretten praten. Ze had al twee dagen niet gerookt. Ze zei dat roken gezonder was dan twee glaasjes wijn per dag. Ze zei dat haar opa 84 was, kerngezond en een roker. We hadden het over verslaving, de eeuwige zwakke plek, en de geest die het roken gaat vergoeilijken. Ze zei dat ze ooit eerder gestopt was, maar meteen weer begonnen toen haar relatie uit ging. Ik zei dat ik onlangs weer begonnen was. Maar dat ik er ook weer mee moest stoppen binnenkort. Omdat het op mijn leeftijd écht niet meer verantwoord is. 'Op een gegeven moment ben je de lul', zei ik. 'Als je ouder wordt, kom je er achter dat niets jou níét zal gebeuren.' Ze schrok toen ik mijn leeftijd zei.
'Zó oud zie je er echt niet uit,' zei ze.
Ze vroeg me waarom ik weer begonnen was. Ze vroeg of er plekken waren waar oude vrouwen als ik kunnen gaan stappen. Ik zei dat ik niet wist waar de oude vrouwen gingen stappen.
'Hoe lang was je bij je man?'
Ik zei hoe lang ik bij mijn man was. Dat was net zo lang als zij leefde. Ik keek naar de oude vrouw in de gebroken spiegel en de jonge vrouw die achter haar stond. Het was een hippe zaak met barsten in de spiegels. Als je er binnenkwam, kon je niet zien dat daar ook mensen geknipt werden. Het was een art gallery. De oude vrouw was onderdeel van de expositie.
'Als ik weet dat jij sigaretten in je tas hebt, wil ik er dadelijk eentje met je roken,' zei de kapster.
'Dat weet ik,' zei ik. Toen zei de kapster dat ze diep van binnen niet wilde stoppen met roken. En dat ik dat in deze periode al helemaal niet zou moeten doen.
'Stress is veel slechter voor je gezondheid,' zei ze.
'Ja,' zei ik.
donderdag 3 november 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten