HET GAAT
GOED
“Zo gaat
het echt goed”, zeg ik. “Vind je niet?”
“Ja,”
zegt hij.
“Jij
vindt het ook gezellig, toch?”
“Ik vind
het ook gezellig.”
“We voelen
ons alle vier beter als we samenzijn. Dat zie ik.”
“Ik heb
wel het idee dat je weer hoop krijgt omdat ik hier vaker ben.”
“Waarom
zou ik geen hoop mogen hebben?”
“Mogen,
mogen.”
“Ik voel
me gewoon stukken beter als ik iets van hoop heb.”
“De liefde
is er niet.”
“Die is
er wel hoor. Ook bij jou. Dat voel ik. De liefde is ondergesneeuwd. We moeten snel
sneeuw scheppen. Voor de liefde echt verstikt is.”
Hij
zwijgt.
“Ik heb
altijd achteraf gelijk, met alles, weet je nog?”
“Nee,”
zegt hij.
“Je zou
weer verliefd op me kunnen worden. Dat kán gebeuren. Het zou mooi zijn voor de
meisjes als we weer verliefd waren, toch?”
Hij
zwijgt.
“Waarom
zeg je niks?”
“Hier kan
ik niet in meegaan.”
“Waarom
niet?”
“Het is
het tegenovergestelde van wat ik voel.”
“Ja, op
dít moment ja.”
“Volgens
mij is het voor jou niet goed als wij elkaar zo vaak zien.”
“Het is
toch gezelliger?”
“Ja, maar
jij krijgt hoop.”
“Ik begrijp
intussen echt wel hoe het zit hoor. Maar ik ben tevreden met een halve man of
een kwart man.”
“Dat ben
je niet echt.”
“Als ik
je zie, voelt het beter dan als ik je niet zie. Als we samen eten, een beetje
kletsen. Als je mijn nek masseert, me vasthoudt…”
“Maar ook
dán is de liefde er niet,” zegt hij.
“Dat weet
ik wel.”
“Het is
vertrouwdheid.”
“Dat vind
ik ook prima. Als het zo maar blijft.”
“We
moeten verder.”
“Ingrid.
Angela. Karin. Jolanda. Rosa. Elke nacht droom ik deze vrouwennamen.”
“Waarom begin
je daar steeds over?”
“Zeg je
het wel als je een ander hebt?”
“Ik zal
het zeggen als ik een ander heb.”
“Ik begrijp
het gewoon niet,” zeg ik.
“Sorry.”
“Zelfs
als je het niet voelt, kun je het toch op z’n minst probéren. Omwille van mij, omwille
van het gezin. En als het dán niet werkt, heb ik er ook vrede mee.”
“Maar ik
wíl dat niet.”
“Dat is
gewoon weglopen.”
“Ik heb
het al geprobeerd.”
“Dus jij
voelt je goed nu?”
“Ja, ik
voel me elke dag weer opgelucht.”
“Ik wou
dat je het genuanceerder zei.”
“Maar het
ís niet genuanceerder!”
-
“Niet huilen.
Hè, nu is de avond mislukt!”
1 opmerking:
Tja, meid, wat moet je met zo'n man. Ik denk dat er nog vele anderen zijn die dolblij met je zijn. Sterkte maar weer. Rein.
Een reactie posten