woensdag 12 maart 2008

Werkelijkheid?

Ik voel nattigheid. De dop van de kruik nog maar eens controleren. Zit nog steeds stevig vastgedraaid.
'Je denkt dat je nattigheid voelt maar er ís geen nattigheid,' zeg ik tegen mijzelf. 'De kruik is waterdicht.'
Vlak voordat ik echt in slaap val, schuif ik de kruik naar mans helft. Heeft hij straks ook een heerlijk warm bed.
'GVD! Mijn héle bed is nat!' krijst man zodra hij de dekens openslaat.
'Nee schat,' zeg ik slaapdronken.
'Alles is doordrenkt. Dit ding lekt!' Man houdt een dun waterzakje omhoog.
'Dat líjkt maar zo liefje,' mompel ik.
'Sta eens op! Het matras moet omgedraaid.'

Terwijl man het bed verschoont, mijmer ik over die vermaledijde werkelijkheid. Dat ik rustig in een zeiknat bed slaap, in een zeiknatte nachtpon onder zeiknatte dekens. Want als mijn hoofd zegt dat ik in een droog bed lig, líg ik ook in een droog bed.
Maar daar lag ik dus niet in.
Volgens man.

1 opmerking:

willem zei

Alles beter dan dat de kruik scheurt en je kokend water over je heen krijgt (want het is toch kokend water)? Sinds iemand die mogelijkheid me een keer heeft aangepraat, ben ik wat zuiniger met het gebruik van kruiken.

Kruik is wel een fantastisch woord.