vrijdag 7 augustus 2009

Hulp

Op oma's verjaardag vertelde mijn tante over de zieke jongen en dat ze vorige week voor hem op bedevaart waren geweest. Ik had nooit bij hem in de klas gezeten maar wel bij zijn neef. Volgende week zou hij gescand worden in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis. Vorige week waren ze met vijfendertig dorpelingen - jong en oud - naar een paar dorpen verderop vertrokken. Daar hadden ze, bij de kapel, de hele rozenkrans gebeden. Hardop. Met z'n allen tegelijk. Voor een goede uitslag.
'We hebben vijfenveertig Weesgegroetjes gebeden. Een paar Onzevaders en nog een paar spreuken gezegd,' zei mijn tante. 'Ik heb meegeteld.'
Ik zie ze allemaal staan met een rozenkrans in hun handen. Rondom het kleine kappelletje met het Mariabeeld erin dat in de berm staat. Ik stel ze me voor in de bloedhitte. Of in de stromende regen.
Maar allemaal gestaag door biddend. Kraal voor kraal voor kraal voor kraal voor kraal.

2 opmerkingen:

Jan zei

Dat had je vanmiddag natuurlijk ook kunnen doen.

Elke zei

Ik was met te weinig vandaag, Jan. Het is de gezamenlijkheid die werkt.