Het kost minstens een jaar om je op een nieuwe werkplek thuis te voelen, twitterde iemand. Dat was vorige maand. Ik zat een dag fris in de boekopslag. Ik ben een flexibel type. Bij mij zou het geen jaar duren. En je hoefde je ook niet thuis te voelen. Maar op je werk.
De volgende dag had ik het mij al eigen gemaakt. Het bureau dat niet van mij was. In een van de laatjes had ik Het boek der rusteloosheid gelegd. Thuis ligt het altijd in mijn buurt, al kijk ik er weken niet in. Ik had mijn scherm ernaartoe gebracht, legde m'n laptop erop en ging aan de slag.
Er zijn schrijvers die hun computertjes openklappen in café's en al espresso's bestellend hun woorden tikken. Zo flexibel ben ik dan weer niet. Want waar blijven al die papieren die om je heen moeten liggen? En de boeken? Waar moet je kijken als er mensen voorbij lopen? Mijn concentratielijn is flinterdun.
'Die kamer heeft nog niet echt een bestemming, hè?' zei iemand bij de aanblik van mijn oude kamer. Met de nieuwe keniarode vloer. Op de plaats van mijn bureau staat een luie stoel. Er is, sinds die daar is neergezet, nog nooit echt op die stoel gezeten. Mijn bureau dient nu als (iets te hoge) tafel in de huiskamer.
'Mijn speelgoed ligt in mama's kamer,' zei Jeetje.
'Dat is mama's kamer niet meer.'
'Mijn potloden liggen op mama's tafel.'
'Dat is mama's tafel niet, Jeetje. Dat is de tafel van ons allemaal. Mama heeft geen eigen plekje meer. Mama is ontheemd. Mama is versnipperd. Mama is...'
'Wat is versnipperd?'
dinsdag 18 augustus 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten