Op tafel een dampende kip van het spit.
'Is die kip gekookt?' vraagt Jeetje.
'Nee, de kip komt uit de oven.'
'Ze was wel dood voor ze de oven inging?'
'Ja, natuurlijk was ze dood.' Ik lach. 'Dacht je dat ze levende kippen in de oven stopten?'
'Arme kip,' zucht Jeetje.
'Ja.'
We staren naar de kip. Gemarineerd. En gebraden. Haar pootjes nog bijeengebonden.
'Nee, ze heeft juist een fijn leven gehad,' zeg ik. 'Ze heeft nog rondgescharreld. Zo moeten we het zien.'
'Hoe lang heeft ze precies geleefd?'
'Lang,' zeg ik. 'Heel lang voor een kip.'
'Hoe lang?' vraagt Jeetje.
'Ik weet niet hoe lang precies.'
'Ik vind het zielig.'
'Nee, een kip is daarvoor bedoeld, Jeetje,' zeg ik. 'Nou ja, bedoeld. Bedoeld. Ze is daar natuurlijk niet voor bedòèld. Eh..'
Jeetje rent huilend naar de kamer.
woensdag 30 september 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
''Daar gaan de pasteitjes....''
Bedankt voor de interessante informatie
Een reactie posten