'Ik ben er weer, Elkie,' zegt hij.
'Wat goed! Waar was je?'
'Ik ben weer terug.'
Ik laat hem binnen. We drinken thee in de tuin.
'Is dat jouw baby, Elkie?' zegt Fabio na een tijdje. Hij wijst naar Deetje die vanachter haar bureautje naar hem aan het loeren is. Ze is slijpt het ene potlood na het andere. De punten zijn loei scherp.
'Dat is mijn baby,' zeg ik. Ik bid dat mijn baby geen 'fakjoe' roept nu. Maar dat doet mijn baby natuurlijk niet.
'Dag!' zegt Fabio tegen haar, 'ik ben Fabio. Ik kom jullie huis weer schoonmaken.'
'Ook het dak?' vraagt mijn baby meteen.
'Dat is wel hoog,' zegt Fabio.
'O, oké.'
Na de thee controleert Fabio het poetskastje en hij ziet dat het niet goed geordend is. Heel onlogisch. Er liggen dingen in die er niet in horen. Even later zit hij er op zijn knieën voor en vertelt me wat er wel en niet in hoort. Waarom liggen hier bellenblazen? Ik moet hem het antwoord schuldig blijven. Hij houdt een dweilmop omhoog, nog in plastic.
'Deze heb jij verkeerd gekocht, Elkie,' zegt hij. 'Die ligt er nog.'
'Dan zal ik 'm maar eens weggooien, hè?' zeg ik, 'als dat ding er al bijna vier jaar ligt.'
'Ja,' zegt hij.
'Dat jij dat nog onthouden hebt,' zeg ik.
Fabio glimlacht.
Mijn baby is eigenlijk het enige waaraan we kunnen zien dat er drieëneenhalf jaar tussenzit. Mijn baby is niet meer.
'Ik kom morgen,' zegt Fabio dan. 'Het is wel nodig hoor.'
'Ik kom morgen,' zegt Fabio dan. 'Het is wel nodig hoor.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten