'Gaan NoeNoe en Ronnie ook dood?' klinkt het plotseling van boven. NoeNoe en Ronnie zijn onze katten.
'Ja,' zeg ik.
'O,' zegt ze, 'dus iedereen gaat dood. Maar wat dan?'
'Wat dan?'
'Wat gebeurt er dan?' zegt ze hard.
'Dat weet ik ook niet.'
'WAT GEBEURT ER DAN?'
'Dat weet ik niet!'
'We zijn dood en wat dan?'
'Geen idee.'
'O.'
Ze speelt weer verder.
Op maandagochtend aan het ontbijt zegt ze: 'We zitten allemaal in een boek!'
'Zitten we IN een boek?'
'Ja. We zitten in een boek.'
'Hoe kom je daar nou bij?'
'Dat is gewoon zo.'
'Heb je dat ergens gehoord?'
'Dit is niet voor nep, dit is echt waar.' De vierjarige pulkt de korstjes van haar brood. 'We zitten in een boek.'
'En iemand draait de bladzijdes om,' vult de negenjarige haar enthousiast aan. 'En als we dood zijn is het boek uit.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten